Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
43 Cards in this Set
- Front
- Back
Door vergrijzing van de bevolking komt kanker steeds meer voor. Mede als gevolg van de verbeterde opsporingsmethoden, waaronder bevolkingsonderzoeken , en de doeltreffender behandelingsmogelijkheden moeten steeds meer mensen de ziekte kanker zien in te passen in hun leven.
Dat is niet eenvoudig , aangezien de diagnose en behandeling van kanker niet alleen een aanslag zijn op |
het lichamelijk welbevinden , maar ook op het psychisch en sociaal functioneren. |
|
Een doorbraak in de mogelijkheden op (volledige) genezing blijft vooralsnog uit. Veel patiënten overleven de ziekte, maar met ingrijpende gevolgen.
Schrameijer en Brunenberg (1992) toonden aan dat veel mensen met kanker problemen ervaren:
|
|
|
Kanker kan daarom - in dubbel opzicht - gezien worden als een 'ruimte-in nemend proces';
|
|
|
Kanker is een traumatische gebeurtenis (zoals ernstig ongeval, geweldsdelict , enz.), in de zin dat het ook in dit geval gaat om de confrontatie met een levensbedreigende situatie.
Er is echter ook een aantal belangrijke verschillen:
|
|
|
Kenmerkend is een voortdurende afwisseling van aanpassing en verwerking , waarbij de omgeving en de patiënt vaak niet met elkaar in de pas lopen of uiteenlopende verwerkingsstrategieën hanteren.
Veel mensen weten op eigen kracht de ziekte een plaats te geven in hun leven, vaak met steun van hun naasten en medische behandelaars. Soms is dit niet voldoende of dragen de reacties uit de sociale omgeving juist bij aan de problematiek.
Een belangrijk deel van de patiënten geeft dan ook aan behoefte te hebben aan |
professionele psychosociale ondersteuning bij aanpassing en verwerking van de ziekte, bijvoorbeeld met behulp van een psycholoog. |
|
Het werk van het Helen Dowling Institute (HDI), is gespecialiseerd in |
de zorg, onderzoek en deskundigheidsbevordering op het gebied van psychosociale oncologie. |
|
De sleutel tot een succesvol consult in de psychosociale oncologie blijkt vaak gelegen in
|
het meedenken en de goede vragen stellen, waarop de hulpvrager dan zelf het antwoord kan bedenken.
Belangrijke hulpmiddelen daarbij zijn stilstaan, goed kijken en waar mogelijk gedrag positief bezien, als een normale reactie op een ingrijpende gebeurtenis. |
|
Erkenning van het leed is
|
een eerste vorm van troost.
Vanuit het contact dat daarmee mogelijk ontstaat, kan men dan samen denken over wat de patiënt zou willen en hoe daar vorm aan gegeven kan worden.
Juist in het helder krijgen wat de patiënt (nog) graag wil en in het creatief meedenken in het vormgeven van deze prioriteiten, ligt een taak voor de psychosociale begeleiding. |
|
Kenmerkend voor de psychosociale oncologie.
• De rol van de psycholoog daarbij is • Ten slotte is …... een aandachtspunt. |
• De rol van de psycholoog daarbij is vooral luisteren, inventariseren, benoemen, normaliseren en meedenken. Multidisciplinaire samenwerking met een goede afstemming en onderlinge communicatie kan veel onnodige problemen voorkomen. Het hebben van een goede sociale kaart met informatie- en verwijsmogelijkheden kan zeer behulpzaam zijn.
• Ten slotte is 'zorg voor de zorger' een aandachtspunt. De confrontatie met een levensbedreigende ziekte is ook voor de betrokken hulpverleners aangrijpend. Het besef dat kanker iedereen kan over komen en de invoelbaarheid van de reactie van de patiënt, draagt ertoe bij dat de problematiek de hulpverlener snel onder de huid kruipt. Dit maakt het werken in de psychosociale oncologie emotioneel zwaar. Anderzijds kan het ook bijdragen aan geestelijke groei van de hulpverlener, vooral als er sprake is van goede zorg voor de zorger. |
|
|
het bieden van maatwerk belangrijk is.
|
|
• De rol van de psycholoog daarbij is vooral |
luisteren, inventariseren, benoemen, normaliseren en meedenken.
Multidisciplinaire samenwerking met een goede afstemming en onderlinge communicatie kan veel onnodige problemen voorkomen. Het hebben van een goede sociale kaart met informatie- en verwijsmogelijkheden kan zeer behulpzaam zijn.
|
|
• Ten slotte is 'zorg voor de zorger' een aandachtspunt.
De confrontatie met een levensbedreigende ziekte is ook voor |
de betrokken hulpverleners aangrijpend. Het besef dat kanker iedereen kan over komen en de invoelbaarheid van de reactie van de patiënt, draagt ertoe bij dat de problematiek de hulpverlener snel onder de huid kruipt.
Dit maakt het werken in de psychosociale oncologie emotioneel zwaar. Anderzijds kan het ook bijdragen aan geestelijke groei van de hulpverlener, vooral als er sprake is van goede zorg voor de zorger. |
|
Er is vooral vaak sprake van onmacht en eenzaamheid - bij de patiënt maar ook bij de betrokken hulpverleners.
Het gedrag van de patiënt - boosheid en kritische controle - en de reactie van de betrokken hulpverleners - afstand nemen en zich terugtrekken in hun rol als professional -
|
de eenzaamheid verder vergroot werd. |
|
het vakwerk van de psychosociale oncologie:
Weten wanneer i, wanneer er sprake is van p wanneer er v wanneer a |
Weten wanneer informatie geven gewenst is, wanneer er sprake is van psychopathologie, wanneer er verwezen moet worden en wanneer aanwezigheid op zich al voldoende is |
|
13.2 De plaats van instituten voor psychosociale begeleiding van patiënten met kanker in de gezondheidszorg
Het HDI - vernoemd naar Helen Dowling, een belangrijke Amerikaanse violiste en vioolpedagoge die aan kanker is overleden - is Nederlands oudste gespecialiseerde psyche-oncologische centrum, opgericht in 1988.
Het instituut concentreert zich op |
onderzoek, zorg en deskundigheidsbevordering op het gebied van psychosociale oncologie.
Het HDI werkt sinds januari 2000 nauw samen met het Diaconessenhuis (DHU) te Utrecht. |
|
Het bevorderen van adequate psychosociale zorg in de oncologie is ook een van de taken van de negen landelijke Integrale Kankercentra (IKC).
Aandachtspunten daarbij zijn:
|
|
|
13.3 De primaire taken van het Helen Dowling lnstitute
Het Helen Dowling Instituut (HDI) biedt
-p -o -d |
-psychosociale zorg aan mensen met kanker, -doet onderzoek naar de effecten hiervan en -wil een bijdrage leveren aan de verdere deskundigheidsbevordering op het gebied van psychosociale oncologie. |
|
13.3.1 Het zorgaanbod
Elke potentiële patiënt krijgt, na telefonische informatie en foldermateriaal, een |
individueel intakegesprek met een van de therapeuten van het instituut waarin wederzijdse kennismaking en informatie-uitwisseling centraal staan.
|
|
Afhankelijk van de voorkeur van de patiënt en de inschatting van de therapeut wordt een keuze gemaakt uit het zorgaanbod van het HDI.
De intakegesprekken zijn daar mee een belangrijk hulpmiddel voor zowel (potentiële) patiënt als hulpverlener om te komen tot zorg op maat, passend bij de vraag van de patiënt.
Voor zorgbehoeften waaraan het HDI niet kan voldoen, |
bijvoorbeeld creatieve therapie, visualisaties en voedingsadviezen, wordt verwezen naar andere gespecialiseerde hulp verlenende instanties. |
|
Het Helen Dowling Institute biedt individuele begeleiding en diverse groepsprogramma's voor zowel mensen met kanker als hun naasten. Het groepsprogramma omvat op dit moment de volgende vier mogelijkheden:
1. B |
1. Basisgroep: zes bijeenkomsten: informatie, lotgenotencontact en eenvoudige ontspanningsoefeningen;
twaalf bijeenkomsten, groepstherapie (diepgravender dan de basisgroep)
acht bijeenkomsten, plus elke dag 45 minuten oefenen
4. ‘Samen leven met kanker': vijf gestructureerde gesprekken voor paren |
|
Uitgangspunten bij de begeleiding zijn:
|
|
|
De beoordeling van de HDI-programma's is positief: de gemiddelde
In onderzoek rapporteren de deelnemers na afloop van de begeleiding verbetering op gebied van kwaliteit van leven, vermindering van klachten en verhoging van ervaren zingeving.
Als aan de deelnemers van de begeleiding gevraagd wordt wat voor hen het meest kenmerkende van de begeleiding was, wordt bijvoorbeeld geantwoord: |
'In de eerste plaats: ruimte. Ruimte om mezelf te mogen zijn. Dat heb ik echt wel geleerd. Ik ben belangrijk. Ik vond mezelf niet zo belangrijk. |
|
Het ervaren van ruimte is voor mensen met kanker niet vanzelfsprekend . Veel overkomt hun: |
de diagnose, de behandelingen, de reacties van de omgeving , de (reële) angst voor terugkeer.
Er gebeurt van alles en het is allemaal ingrijpend, aangrijpend en letterlijk van levensbelang. Veel moet uit handen worden gegeven en dat maakt kwetsbaar. In die situatie is stil mogen staan bij hoe het met je gaat en ruimte krijgen voor wat jou bezig houdt en wat jij wilt, een belangrijke ondersteuning. |
|
13.3.3 Effecten van psychosociale ondersteuning
Effecten op kwaliteit van leven
|
zonder meer positief, zo komt duidelijk naar voren uit de meta-analyse van Meyer en Mark (1995).
Psycho oncologische interventies blijken effectief te zijn in het reduceren van klachten ten gevolge van de behandeling, het stimuleren van de verwerking van de ziekte en het verbeteren van emotioneel welbevinden (Devine & Westlake, 1995; |
|
Tabel 13.2
De effecten van psycho-oncologische interventies. |
|
|
Minder
|
|
|
Meer
|
|
|
Effecten op levensduur
|
niet eenduidig zijn.
Tegenover een aantal opmerkelijke positieve bevindingen staan teleurstellende ervaringen. Een nieuwe vraag is of het mogelijk is om een specifieke groep patiënten te selecteren, bij wie de kans op succes met een psychologische interventie maximaal is. |
|
Wetenschappelijk onderzoek
Onderzoeksprojecten van het HDI omvatten onder andere:
|
Naast deze interventiestudies wordt onderzoek gedaan naar ontwikkeling van meetinstrumenten, die voor de psychosociale oncologie belangrijke constructen meten, zoals aanpassing aan kanker, motivatie en verwachtingen bij therapie, non-expressie van emoties en spiritualiteit. |
|
Naast deze interventiestudies wordt onderzoek gedaan naar |
ontwikkeling van meetinstrumenten, die voor de psychosociale oncologie belangrijke constructen meten, zoals aanpassing aan kanker, motivatie en verwachtingen bij therapie, non-expressie van emoties en spiritualiteit. |
|
Deskundigheidsbevordering
In de loop van haar bestaan heeft het HDI een duidelijke expertise opgebouwd in de psychosociale oncologie. Om mee te helpen het vakgebied verder te ontwikkelen, wordt deze kennis en vaardigheid graag verspreid.
Het aanbod aan deskundigheidsbevordering omvat onder meer:
|
|
|
Een belangrijk onderdeel in de bijscholing van medische hulpverleners als artsen en verpleegkundigen betreft gespreksvoering, verwerkingsproblematiek, signaal herkenning en verwijzingsmogelijkheden.
Maar ook de bijscholing van |
psychosociale hulpverleners, als psychologen en maatschappelijk werkenden, op het specifieke terrein van de psychosociale oncologie verdient aandacht.
|
|
Een onderzoek van het Integraal Kankercentrum Rotterdam liet zien dat 96% van de ondervraag de klinisch en eerstelijnspsychologen behoefte heeft aan |
bijscholing op het gebied van de psychosociale oncologie (Remie, 2000).
Recente initiatieven van eei aantal Integrale Kankercentra in Nederland op het gebied van bijscholing van klinisch en eerstelijnspsychologen laten zien dat een dergelijk programma zeer effectief kan zijn en leidt tot een verbetering van het vangnet van de zorg voor mensen met kanker, vooral dicht bij huis, in de eerste lijn. |
|
De verwijzing en doorverwijzing van patiënten
Mensen met kanker of hun naasten kunnen zichzelf aanmelden of komen |
op verwijzing van (meestal) medisch maatschappelijk werk, oncologieverpleegkundig er of behandelend specialisten.
De begeleiding door het HDI staat open voor ieder een die geconfronteerd is met kanker, ongeacht de aard en de ernst van de ziekte, de fase van de ziekte of de behandeling of het ziekenhuis waarbij men onder behandeling is (geweest). |
|
Het lijkt vanzelfsprekend om mensen met kanker standaard de mogelijkheid van psychosociale ondersteuning aan te bieden. Dit blijkt in de praktijk echter niet het geval.
|
Daarnaast blijkt de stap naar, met name, de psycholoog voor veel mensen (te) groot; ze zijn immers 'niet gek'. Veelzeggend in dit verband is de titel van een rapport waarin de visie van kankerpatiënten op psychosociale ondersteuning werd beschreven: 'Dan heb je die ziekte al en dan ook nog een psycholoog' (Meijerink, 1988) . |
|
Daarnaast blijkt de stap naar, met name, de psycholoog voor veel mensen (te) groot; |
ze zijn immers 'niet gek'.
Veelzeggend in dit verband is de titel van een rapport waarin de visie van kankerpatiënten op psychosociale ondersteuning werd beschreven: 'Dan heb je die ziekte al en dan ook nog een psycholoog' (Meijerink, 1988) . |
|
13.6 De specifieke taken en werkzaamheden van de psycholoog in het Helen Dowling lnstitute
• ruimte kunnen maken voor • De confrontatie met • Gezien de 'zwaarte' |
• ruimte kunnen maken voor emoties, ervaringen en cognities. • De confrontatie met lijden, dood en machteloosheid, de medische cultuur met haar 'oorlog tegen kanker' en de betekenis die kanker heeft in de samenleving, maken de psychosociale oncologie tot een gespecialiseerd werkgebied, als onderdeel van een multidisciplinaire samenwerking. • Gezien de 'zwaarte' van het werk voor alle betrokken zorgverleners, is zorg voor de zorgenden noodzakelijk. Het begeleiden van intervisie van andere hulpverlners kan een belangrijke taak van de psycholoog zijn. |
|
13.7 De belangrijkste vaardigheden van de psycholoog in het Helen Dowling lnstitute
Het gaat niet om de specificiteit van de interventies, maar om |
kennis van de setting van mensen met kanker, het kunnen onderscheiden van normale reacties van psychopathologie, de eigen attitude in het omgaan met een levensbedreigende ziekte en de vaak complexe multidisciplinaire samenwerking.
|
|
Het is deze complexiteit die de psychosociale oncologie tot een specialisatisch werkterrein maken waarvoor de bestaande opleidingen echter wel een goede basis vormen.
De beroepsvereniging, de Nederlandse Vereniging voor Psychosociale Oncologie (NVPO), stelt daarom een …. voor |
vervolgopleiding voor, vergelijkbaar met de beroepsaantekening seksuologie.
Een dergelijke vervolgopleiding bestaat momenteel nog niet. Wel worden de bestaande mogelijkheden en lacunes in de opleiding van psychologen, artsen en verpleegkundigen onderzocht in een gezamenlijk project van de Integrale Kankercentra en de NVPO om te komen tot aanbevelingen voor bijscholing. Hieronder staan de globale eisen voor vooropleiding en vervolg traject voor psychologen weergegeven. |
|
Profiel psycholoog werkzaam in de oncologie
-psychosodaal gebied:
- organisatie/ cultuur: |
-psychosodaal gebied:
- organisatie/ cultuur: |
|
|
|
|
|
-psychosodaal gebied:
- organisatie/ cultuur: |
|
• I • N • V • N
• P • V • D |
• Instroom: verwijzing en selectie
• Naar een laagdrempelige integrale zorg
• Vergoeding
• Nieuwe vormen van zorg
• Patiëntenverenigingen
• Voorlichting
• Deskundigheidsbevordering |