Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
37 Cards in this Set
- Front
- Back
Er zijn veel ontwikkelingen gebeurd de laatste jaren:
|
• In de jaren 60/70 kwam er een uitvoerige wetgeving die re op gericht was sociale zekerheid op te bouwen.
• Het ziekte verzuim liep op. In 1960 zat dat op 5%, in 1980 op 12%. De vraag was hoe dat kwam. Vandaar stress onderzoek. • Er kwam meer onderzoek naar lifestyle. De combinatie van fysieke invloeden en sociale omgeving waarin mensen zich begeven. Resultaat was, ook in Nederland meer stressonderzoek Een mijlpaal was de toekenning van een subsidie door NWO voor het onderzoek ‘psychische vermoeidheid in de arbeidssituatie’. |
|
Begin de 21e eeuw waren er ook ontwikkelingen.
|
• De WAO uit 1967 regelde de uitkering. Dit werd verandert in de WIA. Het verschil is dat er nu gekeken wordt naar wat iemand wel kan in plaats van wat ie niet kan.
• De vergrijzing speelt ook een grote rol. Het aantal 65 plussers neemt enorm toe. Men wil stimuleren door te blijven werken tot de 65e om de WAO betaalbaar te houden. |
|
Hoofdstuk 1. De psychologie van arbeid en gezondheid.
arbeid- en gezondheidspsychologie is een van de jongste en meest dynamische aan de stam van de psychologie. De A&G psychologie omschreven: |
De A&G psychologie is een psychologische discipline die zich bezig houdt met bestuderen en bevorderen van welzijn en gezondheid op het werk vanuit de gedachte een optimale overeenstemming tussen persoon en organisatie.
|
|
Er worden in het kader van gezondheidsgedrag in navolging van Warr 4 aspecten onderscheden:
|
1. Affectief welbevinden. (je prettig voelen op het werk.
2. Competentie (in staat zijn je werk te doen) 3. Autonomie (eigen keuzes kunnen maken) 4. Aspiratie (iets in je werk willen bereiken) |
|
De A&O psychologie streeft naar
|
optimale afstemming tussen de belangen van werknemers en organisatie.
|
|
A&O psychologie gaat niet alleen over werk, maar over
|
wederzijdse beïnvloeding van werk en andere levenssferen zoals vrije tijd gezin of thuissituatie.
|
|
Welzijn
Er is dus een dubbele betekenis van welzijn: |
• enerzijds heeft het betrekking op individueel welbevinden en anderzijds op bepaalde objectiveerbare kenmerken van de arbeid die geacht worden het individuele welbevinden te bevorderen
• Humanisering van de arbeid: het verbeteren van het individuele welbevinden of het verbeteren van bepaalde objectiveerbare kenmerken van de arbeid |
|
Kenmerkend voor A&O psychologie is:
|
dat het uitgaat van verschillende perspectieven:
Objectieve en subjectieve. Namelijk Het functioneren van mensen in arbeidssituaties, maar ook de aard van de tak, kenmerken van de functie en structuur van de organisatie. |
|
Er is sprake van primaire en secundaire preventie, tertiaire preventie
|
• Primaire preventie: Aanpakken bij de bron en voorkomen van ellende. (oorbeschermers, gesprekken)
• Secundaire preventie: Adequaat optreden bij een verminderde gezondheid. • Voorkomen dat de problemen nog groter worden. Het gaat dan om behandeling |
|
Waarom psychologie van arbeid en gezondheid? 1.3.1
|
• Intensivering van de arbeid: intensief moeten werken is een van de oorzaken van welzijns en gezondheidsproblemen
• Verandering van de arbeidsinhoud: Door de verandering van arbeidsinhoud zijn de problemen verschoven van lichamelijke naar psychische klachten. • Organisatie veranderingen: Door continue veranderingen is er veel onzekerheid. • Moderne productie en managementconcepten: Door nieuwe manieren van leiding geven krijgt men een hogere mentale druk. • Aantasting van het psychologisch contract: Het psychologische contract wordt steeds minder waard. Er is weinig loyaliteit van werkgever naar werknemer. |
|
Sociaal culturele veranderingen 1.3.2
|
• Arbeidsparticipatie: Steeds meer vrouwen zijn gaan werken. Meer werkende mensen is meer klachten. Ook zijn er meer oudere werknemers
• Opkomst diensten sector: Kenmerkend hier is contact met mensen. Vooral bij Gz mensen en onderwijs zijn veel klachten. • Verruiming van het ziekte begrip: Voorheen ‘normale’ symptomen gelden nu als niet normaal door een socioculturele onderstroom van psychologisering. • Toegenomen verwachtingen: Mensen hebben steeds hogere verwachtingen, dus is eer ook meer desillusie als die niet uitkomen. • Individualisering: Door individualisering is er minder voorbeeldgedrag en sociale steun. • Uitholling van de professionele autoriteit: Veel ‘uniform beroepen’ worden niet meer met respect behandelt. De bevelshuishouding heeft plaatsgemaakt voor onderhandeling. Respect moet je verdienen. |
|
Ontwikkelingen in Nederland. 1.3.3
|
• Arbowetgeving: de arbo wetgeving is veranderd. Vroeger was voor een werkgever een arbodienst verplicht. Nu niet meer. Bij arbodiensten werken A&O deskundigen en A&G psychologen.
• Psychische arbeidsongeschiktheid: Deze was zeer hoog in Nederland. In andere landen minder. Daarom is de WAO omgezet in de WIA. Kijken wat je wel kunt in plaats van niet. • Gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgevers, werknemers en overheid: Er worden in arbeidscoconvenanten gezamenlijke doelstellingen vastgelegd zoals ziekte verzuim en werkdruk ed. A&G psychologen spelen daar een grote rol in. • Hoge kosten: Werk gerelateerde aandoeningen hebben invloed op niet alleen een individu of organisatie, maar ook op de economie. • Lange traditie: Nederland kent een lange traditie van overspannenheid, vandaar dat burn-out snel geaccepteerd werd. |
|
1.4 De psychologie van arbeid en gezondheid als praktijkveld
De A&O psycholoog houdt zich het meeste bezig met: |
• Assessment
• Individuele begeleiding en behandeling • Training • Advisering • Onderzoek. |
|
A&O psychologen hebben te maken met 4 kerndiciplines die in ieder Arbo dienst aanwezig zijn:
|
• Bedrijfsarts
• Arbeidshygiënist • Veiligheidsdeskundige • A&O-deskundige. |
|
1.5 De psychologie van arbeid en gezondheid als onderzoeksveld
Homeostase |
Walter Cannon kwam met Homeostase. Het interne fysiologische evenwicht moet bewaard blijven onder wisselende omstandigheden. Dit proces of systeem noemde hij de homeostase.
|
|
GAS. general Adaption Syndrome
|
GAS. general Adaption Syndrome komt van Hans Selye. En gaar uit van verschillende functionele fysiologische veranderingen die op termijn voor uitputting van het lichaam zorgen.
Hij staat ook wel bekent als de vader van stress. |
|
Protoprofessionalisering:
|
in de loop van vorige eeuw zijn steeds meer zaken die tot dan toe als normaal onderdeel van leven golden, voorwerp geworden van de gezondheids- en welzijnszorg; het verschijnsel dat medische en psychologische begrippen worden gehanteerd om bepaalde alledaagse toestanden en ervaringen te duiden, die daardoor binnen het bereik van professionele hulpverleners komen
|
|
Uitholling van de professionele autoriteit:
|
leidinggevenden dienen veel meer dan voorheen over sociale vaardigheden als luisteren, empathie en humor te beschikken. Bij gebrek hieraan is de kans op psychische problemen groot
|
|
Arboconvenanten:
|
afspraken die sinds 1998 tussen de drie sociale partners (werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) worden gemaakt over arbeidsrisico’s zoals geluidsoverlast etc. Spelen A&G psychologen een actieve rol bij dergelijke convenanten: JA bijvoorbeeld bij de inventarisatie van de problematiek en bij het uitvoeren en evalueren van maatregelen
|
|
Wat neemt 86% van het arbeidsgebonden ziekteverzuim voor hun rekening (2):
|
psychische aandoeningen en aandoeningen van het bewegingsapparaat
|
|
Kent Nederland een lange traditie op het vlak van overspannenheid:
|
JA; gaat terug tot het einde van de negentiende eeuw en wordt ook wel ‘surmenage’ genoemd (frans)
|
|
Socio-technische benadering:
|
gaat ervan uit dat stressreacties het product zijn van het sociale systeem waarbinnen de werknemer functioneert. De sociotechniek is een praktische methodiek die gebruikt wordt om de kwaliteit van de arbeid, en daarmee e gezondheid en het welbevinden van werknemers, te bevorderen
|
|
Assessment:
|
het op systematische en methodische wijze identificeren van allerlei soorten van problemen, die zich zowel voordoen op individueel niveau (bijv. overspanning, workaholisme), teamniveau (bijv. conflicten) als organisatieniveau (bijv. hoge werkdruk en ziekteverzuim)
|
|
Advisering:
|
A&G psychologen vervullen dikwijls een adviserende rol, meestal ten aanzien van het hogere management
|
|
Emil Kraepelin (Duitser) en Angelo Mosso (Italiaan):
|
voorlopers van het arbeidspsychologische belastingsonderzoek.
|
|
Wie heeft de term stress geïntroduceerd:
|
Selye
|
|
Wanneer is de organisatiepsychologie zich gaan toeleggen op onderzoek naar stress in organisaties:
|
tijdens en vooral na de Tweede Wereldoorlog
|
|
• Empirische cyclus:
|
formulering van hypothese, verzameling van empirische gegevens en statistische toetsing van de hypothese. Dit bij theorie gestuurd onderzoek.
|
|
• Regulatieve cyclus:
|
formulering van probleem, ontwerp, uitvoering en evaluatie van interventie. Bij welk soort onderzoek: probleem gestuurd onderzoek
|
|
Actieonderzoek:
|
onderzoeker maakt zelf deel uit van het veranderingsproces dat wordt bestudeerd. Onderzoek en veranderingsproces zijn niet van elkaar gescheiden maar beïnvloeden elkaar continu wederzijds (bijv. tussentijdse veranderingen/bijstellingen)
|
|
Waar wordt zowel bij ontwerponderzoek als interventieonderzoek soms gebruik van gemaakt:
|
casestudy’s en actieonderzoek
|
|
Kunnen alle typen onderzoek in wetenschappelijke tijdschriften worden gepubliceerd:
|
JA, mits zij voldoen aan de dienovereenkomstige criteria
|
|
Gereedschap voor het praktisch handelen van de A&G psycholoog:
|
‘feiten’, richtlijnen en procedures
|
|
Predictieve validiteit:
|
het voorspellend vermogen van een instrument
|
|
Waar gaat het om in de A&G psychologie:
|
om kennis en kunde, om denken en doen, om theorie en praktijk
Maar waar gaat het bovenal om: integratie van beide: om een wetenschappelijk gefundeerde beroepspraktijk en om een beroepsrelevante wetenschapspraktijk |
|
Tot het einde van de tweede wereldoorlog werd stress beschouwd als:
|
fysiologisch.
Tot Richard Lazarus met zijn invloedrijke stress- coping theorie kwam. Hieruit kwam dat bij stress reactie van mensen ook rekening gehouden moest worden met sociaal-psychologische processen, zoals sociale vergelijking. |
|
1.5 de toekomst van arbeid en gezondheid
|
Het zal niet gaan om beschrijvende modellen, maar om verklarende theorieën. Waarbij een inhoudelijke verbanden wordt blootgelegd.
Ook zal er gekeken worden naar de veranderingen in de wereld m.b.t. arbeid. Zeker in het kader van emotionele en cognitieve werkbelasting. |