• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/92

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

92 Cards in this Set

  • Front
  • Back
  • 3rd side (hint)

taceo, tacere, tacui, tacitum

(ver)zwijgen

tam

zo(zeer)

tam...quam

zo...als, evenzeer...als

tamen

toch, echter

tamquam

alsof, als het ware

tantus

zo groot, zoveel

tardus

traag, langzaam

tardy

tectum

dak, huis

tectonic plates - tiles

templum

heilige plek, heiligdom, tempel

tempus, -oris n

tijd(stip)

time

teneo, tenere, tenui

houden, vasthouden, bezitten

tenant

tener, tenera, tenerum

jong, teer, jeugdig

tenger

tenuis, -is

dun, armoedig, zwak

tenger & teneous

terra

aarde, land


pl. de hele aarde, wereld

terror, -oris m

schrik, verschrikking

tertius

derde

timeo, timere, timui

vrezen, bang zijn

timid

timor, -oris m

vrees, angst

the cause of timidness

tollo, tollere, sustuli, sublatum

1 opheffen


2 aanheffen


3 wegnemen

tot

zoveel

totus, gen. totius, dat. toti

(ge)heel

total

trado, tradere, tradidi, traditum

1 overgeven


2 overleveren

trade

traho, trahere, traxi, tractum

1 trekken, slepen


2 rekken

traction

transeo, ire, ii, itum

oversteken, gaan over

transit

tres, tria n, gen. trium

drie

tribuo, tribuere, tribui, tributum

uitdelen, toedelen, toewijzen

being tributed to

triumphus

triomftocht

tu

jij, u

tueor, tueri, tuitus sum

beschermen

tum

toen, dan, vervolgens

tunc

toen, dan, vervolgens

turba

1 verwarring


2 (verwarde) meningte

mengelmoes

turpis, -is

schandelijk, lelijk, slecht

tutus

veilig

tuus

jouw, uw

ubi

waar

ulciscor, ulcisci, ultus sum

wreken, zich wreken op

ullus adi., gen. ullius, dat. ulli

(ook maar) enig

ultimus

verst, uiterst, laatst

ultimate

umbra

schaduw

una adv.

tegelijk, tezamen

unity

unde

waarvandaan

unus, gen. unius, dat. uni

één

urbanus

1 stads-


2 verfijnd, beschaafd

urban

urbs, urbis f

stad (speciaal: Rome)

urban

usque adv.

ononderbroken

ut +ind. / +coni.

+ind. zoals, zodra


+con. opdat, zodat, dat

uterque, utraque, utrumque

elk van beide(n), beide(n)

uxor, -oris f

echtgenote

vacuus +abl.

leeg, vrij van

vacuum

vadum

ondiepe plaats

valeo, valere, valui, valiturus

1 sterk zijn, gezond zijn


2 invloed / macht hebben


3 waard zijn, gelden

valor

valetudo, -inis f

gezondheid

varius

verschillend, bont

variety

vastus

1 woest


2 reusachtig, geweldig

vel

of (ook), of zelfs, bijvoorbeeld

velut

zoals, alsof, als het ware

venio, venire, veni, ventum

komen

ventus

wind

verbum

woord

vereor, vereri, veritus sum

1 vrezen, bang zijn


2 hoogachten

reverence

veritas, -tatis f

waarheid, werkelijkheid

vero adv. / coni.

adv. werkelijk, inderdaad


coni. echter, toch

verto, vertere, verti, versum

draaien, wenden


pass. + in + acc. = (zich) veranderen in, overgaan in

verus

waar, werkelijk, echt

vesper, -eri m

avond

vester, vestra, vestrum

jullie, uw

veto, vetare, vetui, vetitum

verbieden

vetus, -eris

oud

vexo, vexare

kwellen

via

weg, straat

vicus

1 dorp, gehucht


2 stadswijk

video, videre, vidi, visum

zien

videor, videri, visus sum

schijnen

viginti

twintig

vingt

villa

landhuis, landgoed

vinci, vincere, vici, victum

overwinnen, zegevieren

victory

vinum

wijn

vir, viri

man, echtgenoot

virtus, -utis f

voortreffelijkheid, deugdzaamheid, dapperheid

vis, acc. vim, abl. vi f

1 kracht, sterkte, geweld


2 macht, invloed

viso, visere, visi

1 bekijken, bezichtigen


2 bezoeken

visit

vita

leven, levenswijze

vivo, vivere, vixi, victurus

leven

vix

nauwelijks

voco, vocare

roepen, noemen

voice

volo, velle, volui

willen

voluptas, -atis f

genoegen, genot

votum

gelofte, wens

vote

vox, vocis f

stem, woord

vulnus, -eris n

wond

vultus, -us m

gelaatsuitdrukking, gezicht