• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/179

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

179 Cards in this Set

  • Front
  • Back

DSM IV

bestaat uit 5 assen


as 1 syndromale stoornissen


as2 peroonlijkheidsstoornissen


as3 somatische aandoeningen


as4 psychosociale en omgevingsfactoren


as5 niveau van aangepast functioneren

DSM as I

Syndromale stoornissen:


ontwikkelings stoornis


eetstoornis


somatoforme stoornis


dissociatieve stoornis

somatoforme stoornis

lichamelijke klachten zonder lichamelijke ziekte


dissociatieve stoornis

dissociatie bijvoorbeeld dagdromen en verstrooidheid, maar verstoord normaal functioneren.

DSM as 2

persoonlijkheids stoornis en verstandelijke handicap:


Clusteer A, B en C M.U.V borderline en antisociaal

Dsm as 3

somatische aandoeningen

as4

psychosociale en omgevingsfactoren

as5

niveau van aangepast functioneren

conceptual framework

co-morbiditeit

Twee of meer psychiatrische stoornissen tegelijkertijd aanwezig die elkaar beinvloeden

differentiaaldiagnose

een stoornis die qua verschijnselen veel overlap heeft met een ander stoornis. Er wordt niet voldaan aan alle criteria

differentieel diagnostische proces

uitsluiten differentiaaldiagnose

co-morbiditeit heeft 3 modellen

primair persoonlijkheidsmodel


secundair persoonlijkheids model


gemeenschappelijke etiologie model

primaire persoonlijheidsmodel

kwestbaarheids hypothese


continuiteits hypothese

kwetsbaarheidhypothese

iemand heeft een persoonlijkheids stoornis en is daardoor kwetsbaarder voor een andere stoornis

continuiteits hypothese

de persoonlijkheids stroonis verergert

secundaire persoonlijheids model

schijbare persoonlijkheids verandering


kortdurende persoonlijkheids verandering


echte, blijvende persoonlijkheids verandering

schijnbare persoonlijkheids verandering

het lijkt als of de persoon is veranderd maar wanneer de oorzaak Bv depressie word behandeld is de persoon weer de ouder

kortdurende persoonlijkheids verandering

syndromale stoornis behandeld en genezen / stabiel. houdt de verandere peroonlijkheid kort aan maar gaat weer weg.

echte, blijvende persoonlijkheids verandering

is blijvend

gemeenschappelijke etiologiemodel

risico factoren die mensen kwetsbaarder maken voor stoornissen hierdoor lijken er meerderen tegelijkertijd te ontstaan.

behandeling co-morbiditeit

niet volledig

stemmingstroonis co-morbiditeit

ontwijkende-persoonlijkheids stoornis co-morbiditeit

stemmingstoornissen co-morbiditeit

schizotypische, paranoide en borderline persoonlijkheidstoornis. co-morbiditeit

effectiviteit behandeling bij co-morbiditeit

verschillende antidepressiva geven bij verschillende comorbiditeit

IDDT

intergrated dual disorder treatment. psychiatire en verslaving behandeling

ACT

acertive comunity treatment. wordt gebruikt bij severe mental illness. hoge contact frequentie. bestaande uit een groot multidisciplinair team.

cluster A

paranoide, schizoide, schizotypisch
kenmerken:


zonderlingen, exentrieken, minst contact met anderen.

cluster B

antisociaal, borderline, theatraal, narcistisch
kenmerken:


Dramatische, extravert, impulsief


conflicten met anderen


anderen als oorzaak zien van eigen problemen

cluster C

ontwijkend, afhankelijk, obsessiefcompulsief


kenemerken:


angstig


introvert


oorzaak van problemen bij zichzelf zoeken


in staat tot zelfreflectie

persoonlijkheids stoornis

wanneer het gedrag binnen de cultuur afwijkt van de verwachtingen. mag pas gesteld worden vanaf 18 jaar. Vanwege pubertijd. Duurt erg lang of voor altijd.


cognities : mensen hebben verkeerd zelfbeeld.


affecten: emotionele reacties


omgeving en de persoon zelf merken het.


beheersing van impulsen


scoren op minstens 2 voor deze stoornis


schizoide persoonlijkheidsstoornis

Zijn erg op zichzelf


geen verlangen naar intieme relaties


solistische bezigheden


weinig genoegen beleven


ongevoelig voor lof of kritiek


gevoelsarmoede


egosyntoon

egosytoon

word ervaren als bij persoon passend

schizotypische persoonlijkheidstoornis

een soort vreemde zwerver / dorpsgek


zwak aftreksel van schizoide, met paranoide trekken

paranoide persoonlijkheids stroornis

wantrouwen en achterdocht


anderen zijn kwaadwillend


rigide manier van denken


emotieloos boos vijandig<-komt voor uit angst

theatrale persoonlijkheids stoornis

vraaag om veel aandacht


extravert


middelpunt van de aandacht


alles word heel groot


vertelt heel veel maar weinig betekenis

narcictische persoonlijheidsstroornis

grootheidgevoelens


behoefte aan buitenspoorige bewondering


gebrek aan empathie


arrogant


exploiteert anderen


ontwijkende persoonlijkheidsstoornis

geremd in gezelschap


vermijding van contact



afhankelijke persoonlijkheidsstoornis

overdreven veel advies/geruststelling


moeite met het uiten van een mening


voelt zich hulpeloos


obsessief compulisievepersoonlijnheidstoornis

heel perfectionistische


star en koppig


onvermogen spullen weg te gooien


gierig


overmatig aan het werk

verslaving comorbiditeit

antisociale en borderline persoonlijkheidstoornis

angststoornissen co-morbiditeit

ontwijkende, schizopathische en borderline persoonlijkheidsstoornissen

persoonlijkheidsstroonirs ontstaan

nooit geleerd hoe om te gaan met situaties.


onveilige hechting in de eerst anderhalf jaar.


bowlby hechtingstheorie

prognose persoonlijkheids stroonis

geen genezing mogelijk


leren omgaang met de stroonis doormiddel van psychotherapie

ontwikkelings stoornissen

ontstaan op jonge leeftijd


verschijnselen in jeugd en volwassenheid kunnen verschillen


veel comorbiditeit


AS1


verschil tussen verstandelijke handicap en ontwikkelings stoornis

het IQ word behouden

aandachtstekort

6 van de 9 symptomen zijn aanwezig


langer dan 6 maanden en afwijkend van het ontwikkelingsniveau


het moet voor het 7de jaar aanwezig zijn


beperking op 2 of meer terreinen


volwassenen vanaf 5 kenmerken

ADHD bij volwassenen

moeite met concentratie


onvermogen tot planne


minderzichtbare hyperactiviteit dan bij kinderen


30% gaat door naar volwassenen

ADHD diagnose

uitsluiten andere psychische stroonissen bijvoorbeeld bipolaire stoornissen

autisme spectrum stoornissen

kwaliatieve beperking in sociale interactive


kwaliatieve beperking in communucatie


beperkte, herhalende stereotype patronen van gedrag en belangstelling(vaste gedrag en balngstelling patronen)

kwaliatieve beperkingen in sociale interactie

moeilijk oog contact maken


statische lichaam houding


weinig mimiek


moeilijk inleven in andere mensen

`kwaliatieve beperking in communicatie

achterstand of afwezigheid van taal


beperkt vermogen gesprek in stand te houden


begrijpen geen humor

herhalende sterotype patronen van gedrag en belangstelling

starheid in intresse


dwangmatige handelingen


reperterende patronen uitvoeren waardoor ze zich prettig voelen

pervasieve ontwikkelingstoornis

achterstand in:


sociale interacties


taal


symbolische fantasiespel

subtypes autismespectrumstoornis

Rett


deintergratieve stoornis


autistische stoornis


Asperger


PDD-NOS

Rett


desintegratieve stoornis

begint als een normale ontwikkeling waarna doen er zich allerlij problemen voor

autistische stoornis

minstens 6 symptomen in gebied 1,2,3


(sociale interacties


taal


symbolische fantasiespel)

asperger

symptomen in gebied 1 en 3


(sociale interacties


symbolische fantasiespel)

PPd-NOS

rest categorie


milde vorm van


minstens 1 symptoom

ticstoornissen

ontladen van bepaalde spanning door het uitvoeren van hun tic (bijvoorbeeld schelden, kuchen)


wordt erger bij stress


begint voor 18e levensjaar

ticstoornis soorten

gilles de la Tourette


chronische motorische tic


voorbijgaande ticstoornis

differentiele diagnose ADHD

hyper activiteit:


ticstoornis


gedragsstoornissen


autismespectrum stoornissen


manie


aandachtstekort:


depressie


differentiele diagnose autisme spectrum stoornissen

persoonlijkheids stoornissen: (terug getrokken)


schizoid, otwijken, obsessief-compulsief.


schizofrenie


ADHD


taalstoornis


differentiele diagnose ticstoornissen

andere bewegingsstoornis


somatische stoornissen, schedel trauma, bijwerkingen psychofarmaca

comorbiditeit ontwikkelingsstoornis

angststoornis


stemmingsstoornis


gedragsstoornis


middelafhankelijkheidsstoornis

specifiek voor ADHD comorbiditeit

antisociale en borderline persoonlijkheids stoornis

oorzaken ontwikkelingsstoornissen

genetische factoren


omgevingsfactoren vooral prenataal middelen gebruik

oorzaken ADHD

genetishce factoren 80%


bij volwassen meer genetische

autisme

aanwijzbare oorzaak net na of voor de geboorte 15%


genetische en omgevingsfactoren

Werkingsmechanisme

neurotransmitters dopamine en noradrenaline


er wordt te weinig dopamine overgedragen


disfunctioneren van frontostrale circuits verminderde executieve functies

giles de la tourette

verstoring in frontostrialtale circuits,


disfunctioneren van dopaminderge noradrenerge sysytemen

werkingsmechanisme

onderontwikelde hersengebieden


theory of the mind(social cognitief vermogen) is verstoord. het begrijpen van sociale situaties


central coherentie is verstoord. alls eis letterlijk geen intonatie niet begrijpen van context

Epidemiologie ADHD

1-3%(kinderen +2%)

epidemiologie autismespectrumstoornissen

prevalentie algemeen 0.-1%


autisme stoornis 0.4%


4x Vaken bij mannen

epidemiologie ticstoornissen

prevalentie algemeen bij kinderen 15%


prevalentie gilles de la Tourette


0.04-0.05% bij volwassenen)



prognose ADHD

wordt handteerbaar

autismespectrumstoornis prognose

het begrip om dingen te leren is moeilijker.


geen genezing mogelijk maar wel leren omgaan met de beperking


Asperger en PDD-NOS is makkelijker om mee om te gaan

ticstoornissen prognose

Gaat meestal over.

behandeling ADHD

psycho educatie


ADHD -> Ritalin


coaching (individueel of groep)


psychotherapie (hoe werken dingen bij mij)


faal angst




behandeling autisme

omgeving begrijpelijk en voorspelbaar maken


leren omgaan met beperkingen


vaak intensief en langdurig


afstemmen op person


1psycho educatie -> begrijpen beperkingen


educatieve programma's-> aanbrengen structuur sociale vaardigheid


cognitieve gedragstherapie-> alleen bij voldoende cognitie


medicatie-> ter aanvulling bij comorbiditeit

behandeling ticstoornissen

psycho educatie-> habit reversal method >vervangen van tic naar iets bewusts


exposure-> door de spanning heen


medicijnen bij comorbiditeit



verpleegkundige aandachtspunten ADHD

attitude: ondersteuned begrijpend en bemoedigend


duidelijk leefregels


heldere communicatie


duidelijke afspraken maken en nakomen


praktische adviezen geven

verpleegkundige aandachtpunten bij autisme

consequent


voorspelbaar


stuurbaar en duidlijk


rekening houden met beperkingen


positief gedrag bekrachtigen

preventive RIVM

primair


secundair


tertiar

primaire preventie

nog niet zieke mensen voorkomen krijgen van ziekte. algemene bevolking

secundaire preventie

mensen hebben een verhoogd risico om een diagnose te krijge. vooraf begeleiden informeren.

tertiar preventie

mensen hebben het al binnen de perken proberen te houden.

preventive termen GGZ

universeel-> primair


selectief->secundair


geïndiceerd->secundair


terugvalpreventie-> tertiare preventie

eetstoornissen

anorexia nervosa


boulimia


overige eetstoornissen:


binge eating


PICA


ruminatiestoornis


orthrexia nervosa


eetstoornis N.A.O.

anorexia nervosa

weigering om je lichaamsgewicht op pijl te houden


angst om aan te komen


stoornis in beleving lichaamsgewicht


amenorroe

amenorroe

geen menstruatie

anorexia nervosa types

restrictieve / beperkend type


purgerend type

restrictieve type

weinig calorie eten


fysiek overactief

purgerende type

reinigend -> vreetbuien -> braken laxeren etc.

boulimia nervosa

eetbuien vreten


herhaald compensatie gedrag


zelfbeoordeling door het lichaamsbeeld en gewicht


purgerend en niet purgerend

vershil anorexia en boulimia

anorexia -> dunner worden


boulimia-> niet aankomen

niet purgerend

veel sporten of vasten

BMI

ody mass index


18.5-25 normal


<18,5 ondergewicht


<17,5 ernstig ondergewicht

differentiele diagnostiek

somatische aandoeningen


andere vormen van overeten


psychiatrische stoornissen

comorbiditeit eetstoornissen

stemmingstoornissen


angststoornissen


dissociatieve stoornissen


persoonlijkheids stoornissen


alcoholmisbruik

oorzaken biopsychosociaal model

lichamelijk


psychisch


sociaal

lichamelijk

genetische factoren spelen een grote rol vooral anorexia


hongergevoel verstoord

psychisch

irrationele ideën


dwangmatig perfectionistisch


angst om volwassen te worden


gebrekkige impulsbeheersin

Sociaal

problemen in het gezin


diëten slankheid ideaal


verwachtingen uit de westers maatschapij

berends en van elburg oorzaken eetstoornis

voorbeschikkende factoren


uitlokkende factoren


onderhoudende factoren

voorbeschikkende factoren

genetische aanleg


persoonlijkheid die je hebt

uitlokkende factoren

je wordt gepest


ouders scheiden

onderhoudende factoren

hang af van je coping


persoonlijkheid


hengeveld over

niet compleet

werkingsmechanisme eetstoornis

bijvoorbeeld voorbeschikkend, uitlokkend en onderhoudende factoren

epidemiologie anorexia nervosa

incidentie 8 per 100.000


0.3% van vrouwen


5% van meisjes tussen 16-19


95 % vrouwen

epidemiologie boulimia nervosa

incidentie 13 per 100.000


1500 per prevalentie 100.000

prognose anorexia nervosa

40-60% geneest


55-10% overlijdt


snel in behandeling


alleen vasten


weinig comorbiditeit is goed voor de prognose

boulimia nervosa prognose

50 geneest na 2 jaar


30-40 % valt terug


ongustig voor de prognose veel comorbiditeit

behandeling anorexia nervosa

medicatie soms anitdepresiva


psychologische:


cognietieve gedragstherapie


zelfhulpgroepen


gezinstherapie


motiverende gespreksvoering


overige behandelingen:


psychomotrische therapie


EMDR


sociale vaardigheidstraining


behandeling. aavndacht voor somatische probleem


opname in ziekenhuis

refeeding syndroom

complicaties dat kan ontstaan als gevolg van metabole en functionele veranderingen na starten van volledige voeding bij ondervoede patienten.

cognitieve gedragstherapie

verband leggen tussen eetstoornis en gedachten en gedrag


identificatie van automatische negatieve gedachten(dagboek)


vormen rationele gedachten


opsporen en veranderen assumpties


verpleegkundige interventies beeren en elburg

fase 1, 2, 3

fase 1

veel structuur bieden


beslissingen voernemen


continue aanwezig zijn


normaliseren eet en beweeg patroon

fase 2

minder strakke structuur


patiënt meer verantwoordelijkeid geven


voorbeeldgedrag laten zien


normaliseren dagelijks leven

fase 3

structuur is alleen nog ondersteunend


patiënt veranwoordelijkheid terug geven


vangnet bieden


normalisren dagelijks leven

verpleegkundige attitude eetstoornissen

oprechte interesse


empathie


geduld


respect


begin directe houding


taken verpleegkundige

informeren over de ziekte


toezien op eet en beweegpatroon


motiveren


voorbeeldfunctie


terugvalinterventieplan opstellen met de patiënt

therapie trouw dobber en boter haymes

de mate waarin iemands gedrag samenvalt met het medische gezondheids advies


dieetvoorschriften


leefregels


beinvloedende factoren therapietrouw bij schizofrenie

medicatie gebonden factoren


patiënt gebonden factoren


familie sociaal netwerk factoren


zorgverleningssysteem gerelateerde factoren


medicatiegerelateerde factoren

bijwerkingen


toedieningswijze

patientgebonden factoren

mate van autonomie


beleving van de patiënt van zijn medicijngebruik


cognitief functioneren


ziekte inzicht


ziekte kenmerken

familie of netwerk gebongen factoren

sociale steun


accpetatie

zorgverleningsysteem gerelateerde factoren

therapeutische relatie. wanneer de gene die het voorschrijft een goede relatie heeft me de patiënt is de therapie trouwheid groter.


inzetten ervarings deskundige

inschatten factoren die medicaatiegebruik beinvloeden

kwantiatieve methoden


kwaliatieve methoden


kwantiatieve methoden

Drug attitude invertory


subjectie well-being under neurolepic treatment = het subjectief welbevinden

kwalitatieve methoden

schatting draagvlak

therapietruow interventies

psycho educatie


compliance therapie (motiverende gespreksvoering+cognitieve gedragstherapie)


liberman trainingsmodule medicatiemanagment(een soort lotgenoten groep.


depot -> intramusculair medicatie geven

somatoforme stoornissen

conversiestoornis


hypochondrie


morfodysforie


somatisatiestoornis

conversiestoornis

onverklaarbare uitval van lichaamsfuncties


willekeurig motorische functies of sensorische functies

hypochondrie

preoccupatie met vrees een ernstige ziekte te hebben ondanks medische onderzoek en geruststelling

morfodysforie

stoornis in lichaamsbeleving door preoccupatie met een vermeende onvolkomendheid van het uiterlijk

somatiesatiestoornis

onverklaarbare somatische klachten


minstens 8 ernstige klachten gedurende een aantal jaren


differentiele diagnose somatoforme stoornis

makkelijk te verwarren met angststoornis en depressie


onderscheid tussen de vershillende somatorforme stoornissen.


hypochondrie-> paniekstoornis, dwanghandelingen OCS


morfodysforie -> anorexia nervosa, wanstoornis, sociale fobie, OCS

comorbiditeit somatoforme stoornis

persoonlijkheids stoornissen met name cluster c


angst stoornis o.a. paniek stoornis


depressieve stoornis

oorzaken somatoforme stoornis

algemeen: psychotrauma


hypochondrie: ziekte in voorgeschiedenis


ziek familielied


lage pijndrempel

werkingsmechanisme somatoforme stoornis

weinig bekend.


conversie :(aanname) disociatie verdingen van gevoelens weerslag op het lichamelijke

epidemiologie somatoforme stoornissen

algemeen huisarts: 20-50%


prognose somatoforme stoornissen

algemeen: deels natuurlijk herstel+ cognitieve gedragstherapie


conversie&morfodysforie&somatisatiestoornis 50-75 % verbeten de klachten 10-30 % verergeren de klachten


hypochondrie 33-50 %

Behandeling somatoforme stoornissen

algemeen: antidepressiva


congitieve gedragstherapie


conversie: gedragstherapie met suggestive fysiotherapie

verpleegkundige aandachtspunten

contact houden met de patiënt


aansluiting vinden


medeleven tonen maar niet inhoudelijk ingaan op lichamelijk klachten -> naar arts verwijzen


erkennen maar niet aangeven wat je denkt.

BOPZ

bijzonde opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen


nodig bij separatie, isolatie, fixatie

BOPZ onderdelen

informatie


huisregels


klachtenrecht


verlof


klachtenrecht

recht om te klagen bij elke instelling

verlof

verlof onder bepaalde omstandigheden

gedwongen opname

gedwongen om in een instelling te blijven doormiddel van een rechtelijke machteging

gedwongen behandeling

gaat om een behandeling en is alleen toepasbaar op gedwongen opgenomen patiënten.

BOPZ

gevaar voor zichzelf of voor anderen.


psychologische oorzaak



IBS


RM

IBS

in bewaar stelling


een psychiater stelt een verklaring op


-> burgemeester geeft toe tot een IBS


->rechter patiënt heeft ibs gekregen -> rechter gaat naar de instelling


->patiënt heeft recht op een advocaat maximaal 3 weken


moet binnen 24 uur opgenomen worden

RM

voorlopige machtiging (vM)


MVV machteging voortgezet verblijf


voorwaardelijke machtging


rechterlijke machteging op eigen verzoek

VRM

duur maximaal 1/2 jaar


opname binnen 2 weken na uitspraak

MVV

Voortgezette machteging


verlenging van de voorlopige machtiging


duur maximaal 1 jaar na 5x max duur 2 jaar

RM op eigen verzoek

vergelijkbaar met voorlopige machteging min 1/2 jaar max 1 jaar

voorwaardelijke machteging

doel is dwangopname voorkomen


er wordt een plan opgesteld wat hij moet doen om niet opgenomen te worden

rechtspositie gedwongeopname

alleen opname gaat niet over de behandeling


Voorwaardelijke dwangtoepassing

Je mag eerst handelen waarna er direct aangevraagd word voor een ibs

Dwangbehandeling

is lang lopend

Principes bij toepassen van dwang

Doelmatigheid is de dwang toepassing helpend voor het probleem wat er is.


proportionaliteit: ernst van de dwangtoepassing in verhouding tot het probleem


subsidariteit: er moeten eerst andere dingen worden geprobeerd voordat je iemand mag sepereren

tbs

TEr beschikking stelling


iemand heeft een misdrijf begaan in combinatie met een psychische stoornis.


er word gekeken naar toerekeningsvatbaarheid

dissociatie

een verstoring van de intergratie van secundaire bewustzijnsystemen waardoor cognitieve systemen onafhankelijk kunnen gaan functioneren

dissociatieve stoornissen

depersonalistestoornis


dissociatieve amnesie


dissociatieve fugue


dissosiatieve identitetisstoornis

depersonalisatie stoornis

gevoel los te staan van het eigen lichaam of de eigen psychische activiteiten

dissociatieve amnesie

onvermogen zich belangrijke persoonlijke gegevens te herinneren

dissociatieve fugue

plotseling op reis gaan, verleden niet kunnen herinneren en andere identiteit aan nemen

dissociatieve identiteitsstoornis

de aanwezigheid van twee of meer identiteiten


niet veroorzaakt door middelen


gemiddeld 7 jaar voor diagnose


2 of meer persoonlijkheden die regelmatig het gedrag bepaald

differentiële diagnose

schizofrenie


andere dissociatieve stoornissen


somatische aandoening (temporale epilepsie)


middelenmisbruik


bipolaire stoornis


depersonalisatie(bij angststoornis)

comorbididteit

op as 1 depressie, anorexia, PTSS, somatisatiestoornis


op as 2 BPS(borderline persoonlijkheids stoornis)


oorzaak dissossiatieve stoornis

seksueel misbruik


stress waar mensen niet mee om kunnen gaan


psycotrauma

werkinsmechanisme dissociatieve stoornis

trauma -> hevige stress


dreigende ontregeling door heftige emoties


afstand creëren tot emoties door af te splitsen


iedereen heeft zijn eigen rol

epidemiologie

geen betrouwbare cijfers


90% vrouw

prognose dissociatieve stoornis

DIS heeft geen goeie prognose


de rest heeft goed beloop wanneer het trauma weg genomen kan worden.

behandeling disociatieve stoornis

lees bone model


stabiliesatie symptoomreductie


trauma exploratie en verwerking


reïntergratie en rehabilitatie


er kan gekozen worden om stap 2 niet te zetten bij risico profiel

taken van vepleedkundige DIS

structuur aanbrengen


steunen


familie op de hoogte houden


begeleiden


inschakelen psychotherapeut