• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/24

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

24 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Ervaring is belangrijk voor leiderschap. Leidinggeven moet en kan geleerd worden.

De functionele benadering van leiderschap is dat
Leiderschap situationeel bepaald is.
Leiding geven kan verdeeld worden.
Alle rollen die Belbin noemt vertegenwoordigen taken die traditioneel gezien onder leiderschapsfuncties vallen.

De rollen van Belbin:

- U
- C
- V
- O

- R
- V
- T
- D
- Uitvoerder
- Coördinator
- Vormgever
- Onafhankelijk denker
- Regelaar
- Voortgangsbewaker
- Teamwerker
- Doorzetter
H7.1 Leiderschap als persoonskenmerk

De enige eigenschappen die samenhangen met leiderschap zijn intelligentie en lengte. Maar de verbanden zijn heel zwak.

Hoe komt het dat de relatie tussen persoonskenmerken en leiderschap zo zwak zijn?

3 oorzaken:

O
O
O
1. Onderzoekstechnisch.
Bepaalde eigenschappen waarover in normaal spraakgebruik duidelijk is, komen niet aan het licht als er metingen worden gedaan. (hoe meet je doorzettingsvermogen of persoonlijke warmte bijv.)

2. Onderscheid.
Factor 2 is het onderscheid van groepen. De ene groep vraagt ander soort leiderschap dan de andere

3. Omstandigheden.
Vermoedelijk hangt het van de omstandigheden waarin een groep verkeerd af wat voor soort leiderschap er gewenst is.
H7.2 Taakgericht en sociaal-emotioneel gericht leiderschap
In leiderschap is er onderscheid tussen:

T
S
• Taakgericht leiderschap
• Sociaal-emotioneel gericht leiderschap

Taakgericht leiderschap
Hoe wordt de taak uitgevoerd. De initiating-structure dimensie

Sociaal-emotioneel gericht leiderschap
Het in stand houden van goede relaties. De Consideration-dimensie
Taakgericht leiderschap
Hoe wordt de taak uitgevoerd. De initiating-structure dimensie
Sociaal-emotioneel gericht leiderschap
Het in stand houden van goede relaties. De Consideration-dimensie
2 belangrijke leiderschapsstijlen / leiderschapskenmerken;
1) Relatiegericht / sociaal-emotioneel gericht leiderschap (consideration)
2) Taakgericht (initiating structure)
2 belangrijke leiderschapsdimensies;
1) Consideration; tonen waardering, vertrouwen,vriendschap, hechten belang aan goede communicatie
2) Initiating Structure; doelgericht gedrag, duidelijk maken eigen rol, treden actief op enz
Leiderschapstraining
De leiderschapstraining van Blake en Mouton laat na een zelfbeoordeling beide leiderschapsdimensies zien:
• Zorg voor de productie en
• Zorg voor de mensen
H7.3 Fiedlers leiderschapstheorie

Fiedlers leiderschapstheorie =
De effectiviteit van een groep wordt bepaald door combinatie van leiderschapsstijl en situatiekenmerken.

Fiedler onderscheid 3 situatie kenmerken/Omstandigheden waaronder leiding wordt gegeven (Fiedler);

3 situatiekenmerken:
1) De relatie tussen chef en ondergeschikten (accepteren en waarderen groepsleden de leider?)
2) De Taakstructuur (is helder bij iedereen wat hij moet doen?)
3) De Positiemacht (over hoeveelheid formele en reële macht bezit de leider op grond van zijn positie?)
Fiedler onderscheid 3 situatie kenmerken/Omstandigheden waaronder leiding wordt gegeven (Fiedler);

3 situatiekenmerken:

R
T
P
1) De Relatie tussen chef en ondergeschikten (accepteren en waarderen groepsleden de leider?)
2) De Taakstructuur (is helder bij iedereen wat hij moet doen?)
3) De Positiemacht (over hoeveelheid formele en reële macht bezit de leider op grond van zijn positie?)

Welke leiderschapsstijl is het meeste effectief?

Geen enkele wijze is volgens Fiedler ‘de beste’, het is puur de situatie.
H7.4 contingentie theorieën

Er zijn 3 Contigentietheorieën over leiderschap:

C
P
F
• Contigentietheorie (Fiedler)
• Pad-Doel theorie (House 1973)
• Functionele benadering leiderschap (Hersey en Blanchard)
Contigentietheorie (Fiedler) =
Het hangt af van de omstandigheden en de ondergeschikten welke leiderschapsstijl het meest effectief is.
Pad-Doel theorie (House 1973) =
Pad-Doel theorie (House 1973) =
Ondergeschikten reageren gunstig op een leider als deze hen helpt doelen te verwezenlijken (door hen op verschillende wegen of paden te wijzen die naar doel leiden). Waarop die inspanning weer beloond wordt.
Ondergeschikten reageren gunstig op een leider als deze hen helpt doelen te verwezenlijken (door hen op verschillende wegen of paden te wijzen die naar doel leiden). Waarop die inspanning weer beloond wordt.
De leider heeft volgens de pad-Doel theorie de beschikking over 4 leiderschap stijlen:

Effectieve leiders kunnen schakelen tussen deze stijlen.

I
O
P
P
1. Instrumenteel directief leiderschap:
Specifieke aanwijzingen, regels, voorschriften. Onbekwame werknemers, routine

2. Ondersteunend leiderschap:
Benadrukking van goede relaties en behoeften van ondergeschikten. Sociaal ingestelde ondergeschikten.

3. Participerend leiderschap:
De leider laat ondergeschikten deelnemen in besluitvoering. Bekwame werknemers. Creatieve complexe taken

4. Prestatiegericht leiderschap:
Er worden uitdagende doelen gesteld en verbeteringen in prestaties nagestreefd. Preestatie gerichte werknemers.

Welke stijl het beste is is afhankelijk van de werknemer.
Situationele leiderschapstheorie (Hersey en Blanchard)=
De mate van taakgerichtheid & sociaal-emotioneel gedrag van de leider moet afhangen van de rijpheid, ervaring en opleidingsniveau v/d ondergeschikten.

De effectiviteit van het soort leiderschapsstijl moet dan ook aangepast zijn aan het niveau, fase, leeftijd, ervaring van het personeel.

Meer rijpheid = minder sturing
Minder rijpheid = meer directief leiderschap.

De eerste formulering was de ‘levenscyclus-leiderschaps theorie’. Deze was beter omdat het soort leiderschapsstijl aangepast is aan de levenscyclus van de werknemer. Gaat van minder naar meer ervaring.
H7.5 Functionele benadering van leiderschap
Functionele benadering leiderschap =


De drie kern elementen van de Functionele benadering van leiderschap

S
L
D
het gaat niet om de persoon v/d leider, maar om de functies die hij verricht.


1) leiderschap is situationeel bepaald
2) leiderschap is te leren
3) leiderschap kan gedeeld worden

1) leiderschap is situationeel bepaald: De aard van de taak, samenwerking en behoeften van groepsleden bepalen welke functie nodig zijn
2) leiderschap is te leren: Leiding geven is aan te leren. Inzicht in het samenwerkingsproces is essentieel evenals vaardigheden die het samenwerkingsproces beïnvloeden.
3) leiderschap kan gedeeld worden. Omdat leidinggeven aan te leren is, kan het ook verdeeld worden.. Ook wel transformationeel leiderschap.
H7.5 Functionele benadering van leiderschap

Functionele benadering leiderschap = het gaat niet om de persoon v/d leider, maar om de functies die hij verricht.

De drie kern elementen van de Functionele benadering van leiderschap

S
L
D
1) leiderschap is situationeel bepaald:
De aard van de taak, samenwerking en behoeften van groepsleden bepalen welke functie nodig zijn

2) leiderschap is te leren:
Leiding geven is aan te leren. Inzicht in het samenwerkingsproces is essentieel evenals vaardigheden die het samenwerkingsproces beïnvloeden.

3) leiderschap kan gedeeld worden.
Omdat leidinggeven aan te leren is, kan het ook verdeeld worden.. Ook wel transformationeel leiderschap.
H7.6 Beschrijving van leiderschapsfuncties

In groepen kunnen 2 soorten leiderschapsfuncties vervuld worden:

T
G
1) Taakgerichte functies;
de verschillende bijdragen van groepsleden moeten worden gecombineerd tot eindresultaat

2) Groepsgerichte functies;
De psychologische behoeften v.d groepsleden moeten worden verwezenlijkt (status, identiteit en affectie)

1. Taakgerichte functies;

1. Op gang brengen
2. Procedure herstellen
3. Verhelderen en samenvatten
4. Doelgericht houden
5. Informatie en meningen vragen
6. Besluitvorming begeleiden
7. Evalueren
8. Superviseren
9. Taken verdelen



2. Groepsgerichte functies;

1. Prettige interpersoonlijke relaties tot stand brengen
2. Conflicten bijleggen
3. De minderheid de kans geven van zich te laten horen
4. De groepsleden stimuleren
5. De wederzijdse betrokkenheid vergroten
1) Taakgerichte functies;
de verschillende bijdragen van groepsleden moeten worden gecombineerd tot eindresultaat
1. Taakgerichte functies;

1. Op gang brengen
2. Procedure herstellen
3. Verhelderen en samenvatten
4. Doelgericht houden
5. Informatie en meningen vragen
6. Besluitvorming begeleiden
7. Evalueren
8. Superviseren
9. Taken verdelen
2) Groepsgerichte functies;
De psychologische behoeften v.d groepsleden moeten worden verwezenlijkt (status, identiteit en affectie)


R
C
M
S
B
2. Groepsgerichte functies;

1. Prettige interpersoonlijke relaties tot stand brengen
2. Conflicten bijleggen
3. De minderheid de kans geven van zich te laten horen
4. De groepsleden stimuleren
5. De wederzijdse betrokkenheid vergroten
Transformationeel leiderschap =


5 factoren van transformationele leiders (Bass)=

i
a
h
i
z
gericht op inspireren en motiveren medewerkers, zodat die zich steeds verder ontwikkelen. Deze leiders vaak vrij in denken en gedrag.

5 factoren van transformationele leiders (Bass)
1) inspirerende persoonlijkheid die over charisma en visie beschikt
2) besteedt aandacht aan persoonlijke behoeften v/d medewerker en stimuleert persoonlijke groei
3) helpt medewerkers op andere manieren tegen problemen aan te kijken (stimuleren creativiteit)
4) informeert medewerkers welke taken zij moeten vervullen om door hen gewenste beloningen te ontvangen
5) geeft de medewerker veel zelfstandigheid bij uitvoeren taak en grijpt alleen in indien noodzakelijk.
5 factoren van transformationele leiders (Bass)

i
a
h
i
z
1) inspirerende persoonlijkheid die over charisma en visie beschikt
2) besteedt aandacht aan persoonlijke behoeften v/d medewerker en stimuleert persoonlijke groei
3) helpt medewerkers op andere manieren tegen problemen aan te kijken (stimuleren creativiteit)
4) informeert medewerkers welke taken zij moeten vervullen om door hen gewenste beloningen te ontvangen
5) geeft de medewerker veel zelfstandigheid bij uitvoeren taak en grijpt alleen in indien noodzakelijk.
Transactioneel leiderschap =
ziet relatie tussen werknemer en leider als ruilrelatie (leider stelt duidelijke doelen, werknemer wordt beloond als doelen worden behaald)
Welke stijl van leiderschap werkt waar het beste?
In ondersteunende en innovatieve organisaties werkt transformationeel leiderschap het beste

In traditionele organisaties werkt transactioneel leiderschap het beste