Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
6 Cards in this Set
- Front
- Back
Onder het zeil gaan |
Gaan slapen |
|
Tussen wal en schip vallen |
Niet bij horen |
|
Zijn schepen achter zich verbranden |
Niet meer terug |
|
Het water loopt in zijn mond |
Heel veel trek er in |
|
Wind in de zeilen hebben |
Geluk hebben |
|
Iemand in de boot nemen |
Voor de gek houden |