• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/59

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

59 Cards in this Set

  • Front
  • Back
  • 3rd side (hint)

Dat staat als een paal boven water

Dat is zeker (G)

Iedereen staat achter mij

Iedereen steunt mij (U)

Daar kan je donder op zeggen

Dat zal zeker gebeuren (U)

Daar komt de aap uit de mouw

Nu blijk de eigelijk bedoeling (U)

Het is een dubbeltje op zijn kant

Het is onzeker hoe de zaak zal aflopen (U)

De koppen bij elkaar steken

Samen een plan maken (G)

De handen ineenslaan

Beginnen met samenwerken (G)

Met een schone lei beginnen

Een geheel nieuw begin maken (U)

Hoge bomen vangen veel wind

Personen van aanzien staan aan allerlei kritiek, laster pf vervolging bloot (S)

Er gaat een belletje rinkelen/ Er gaat een lampje branden

Het begint te dagen (G)

Perplex staan

Stomverbaasd zijn (U)

De klok horen luiden, maar niet weten waar de klepel hangt

Ergens over gehoord hebben, zonder er echt iets van af te weten (G)

Dat zet geen zoden aan de dijk

Het effect daarvan is zo gering dat het geen resultaat oplevert (U)

Een schot in de roos

Een raak schot, een groot succes (U)

Muurvast

Zeer stevig, onwrikbaar (U)

Het water staat hem tot aan de lippen

De nood is hoog gestegen (U)

Met de handen in het haar zitten

Geen raad meer weten (U)

Een goed oog hebben in iets

Overtuigd zijn in de goede afloop van iets (G)

Op ieder potje past een dekseltje

Voor iedereen is wel een passende partner te vinden (G)

Geen pot zo scheef, of er past wel een deksel op

Bij iedere man past wel een vrouw (en omgekeerd) (S)

Niet voor één gat te vangen

Niet door één moeilijkheid te ontmoedigen (G)

Het achterste van je tong (niet) laten zien

Zich (niet) meteen laten kennen, (n)iets verbergen (G)

Zich een hoedje schrikken

Heel erg schrikken (U)

Buiten zijn boekje gaan

Zijn bevoegdheden te buiten gaan (U)

De gebraden duiven vliegen niemand in de mond

Een mens moet werken voor zijn brood (U)

Zich een ongeluk lachen

Niet meer bijkomen van het lachen (U)

Een oogje dichtdrukken/toeknijpen

Niet optreden tegen iets dat eigenlijk niet mag; iets gedogen (U)

Door de vingers zien

Het komt iemand de neus uit

Geërgerd commentaar als iemand ergens geen zin in heeft (G)

Komt men over de hond, dan komt men over de staart

Als de grootste moeilijkheden overwonnen zijn komt de rest vanzelf (S)

Joost mag het weten

Niemand weet het (S)

Jong geleerd is oud gedaan

Wat je jong leert , vergeet je nooit meer (S)

Van Jetje geven

Je helemaal geven, alle remmen losgooien (U)

Het gelag betalen

Voor iets moeten opdraaien (U)

Het loont de moeite

Het heeft zin er tijd, geld of energie aan te besteden (U)

Beter laat dan nooit

Het is beter dat iets een beetje te laat komt, dan dat het nooit gebeurt (G)

Tot in de kleine uurtjes

Heel laat (G)

De spijker op de kop slaan

Een raken opmerking maken, precies zeggen waar het om gaat (S)

Waar het hart van vol is, loopt de mond van over

Een mens spreekt gemakkelijk en uitvoerig over iets waarvan hij blij is (S)

Met man en macht

Met heel veel inspanning of inzet (G)

Met hart en ziel

Met volle inzet, volkomen toegewijd (G)

Men moet een gegeven paard niet in de bek kijken

Het is niet gepast om opmerkingen te geven op iets wat men cadeau krijgt (S)

De kat uit de boom kijken

Een afwachtende houding aannemen (U)

Een kat in de zak kopen

Iets kopen wat erg tegenvalt, bedrogen uitkomen (U)

De gulden middenweg kiezen

Geen extreme dingen doen of denken, maar kiezen voor een tussenoplossing (U)

Zoete broodjes bakken met iemand

Proberen iets gedaan te krijgen door zich onderdanig op te stellen (U)

Beter één vogel in de hand, dan tien in de lucht

Wees met minder of met weinig tevreden, als meer hebben toch onmogelijk of onbereikbaar is (S)

De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet

Iemand verwijt een ander gebreken die hij zelf heeft (S)

Sinds jaar en dag

Al lange tijd (G)

Ter goeder touw

Betrouwbaar, eerlijk (G)

Iets op de mouw spelden

Iemand iets wijsmaken (U)

Stille waters hebben diepe gronden

Zij die weinig zeggen hebben vaak het onvoorstelbaarste karakter (S)

Oude koeien uit de sloot halen

Praat niet meer over oude meningsverschillen (U)

Je moet het ijzer smeden als het heet is

Nu is het moment om een actie te ondernemen (G)

Een koekje van eigen deeg

Iets geven wat oorspronkelijk bedacht is door degene die het krijgt (G)

Zonder slag of stoot

Dat iets makkelijk gaat (G)

Iets uit de mouw schudden

Iets moeilijk gemakkelijk en zonder moeite verrichten (U)

Met de gebakken peren zitten

Soms ondervind je de onaangename gevolgen van iets, moet je voor iets opdraaien (U)

Weten hoe de vork aan de steel zit

Soms kom je te weten hoe iets in elkaar zit, hoe het zit (U)

Van hetzelfde laken een broek hebben

Op dezelfde wijze behandeld worden, hetzelfde lot ondergaan (U)