Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
26 Cards in this Set
- Front
- Back
Multi-levelanalyse |
Analyse die effecten op groepsniveau en individueel niveau bestudeert. Analyse van verbanden individueel al dan niet bepaald door variabelen gemeten op groepsniveau |
|
Persoonlijkheidspsychologie |
Studie van structuur en effecten van stabiele en cross-situationele eigenschappen van individuen |
|
Interactionisme |
Er is een dynamische werking tussen aanleg voor, en situatie, waarbij uitingen van disposities afhankelijk zijn van de situatie |
|
Fundamenteel onderzoek |
Onderzoek met het oog op een beter begrip van menselijk gedrag, vnl. Door het toetsen van hypothesen fie uit een theorie zijn afgeleid |
|
Toegepast onderzoek |
Onderzoek met het oog op het verbeteren van onze kennis over natuurlijke gebeurtenissen en het oplossen van praktische problemen |
|
Hypothese |
Expliciete, toetsbare voorspelling over het al dan niet plaatsvinden van een gebeurtenis |
|
Theorie |
Georganiseerde set van abstracte principes die het mogelijk maken om geobserveerde fenomenen te verklaren |
|
Primaire bronnen |
Oorspronkelijk gepubliceerd werk over bevindingen die vaak in artikelvorm in tijdschriften verschijnen |
|
Secundaire bronnen |
Samenvattende bespreking van onderzoeksbevindingen uit primaire bronnen, vaak in de vorm van theoretische hoofdstukken of introductieboeken |
|
Operationele variabele |
Specifieke manier waarop de conceptuele variabele wordt gemanipuleerd en gemeten |
|
Begripsvaliditeit |
Mate waarin de operationele variabelen de corresponderende conceptuele variabelen manipuleren of meten |
|
Interne consistentie |
De mate waarin items van een vragenlijst met elkaar samenhangen of correleren |
|
Inwilligingstendens |
Neiging van deelnemers om akkoord te gaan met bestaande veronderstellingen, waardoor ze vaak affirmatief antwoorden op de vragenlijst |
|
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid |
De mate van overeenstemming tussen beoordelingen van twee of meer waarnemers die hetzelfde gedrag beoordelen |
|
Subjectvariabelen |
Variabelen die individuele, vooraf bestaande verschillentussen onderzoeksdeelnemers typeren |
|
Interactie |
Mate waarin effect van onafhankelijke variabele op afhankelijke variabele bepaald wordt door de waarde van een andere onafhankele variabele |
|
Interne validiteit |
Mate waarin met redelijke zekerheid de verschillen in de afhankelijke variabelen toegemeten kunnen worden aan het effect van de onafhankelijke variabelen |
|
Externe validiteit |
Mate waarin met redelijke zekerheid de bevindingen van een studie kunnen worden veralgemeend naar andere operationele definities, deelnemers, situaties en tijdstippen |
|
Werelds realisme |
Mate waarin de onderzoekssituatie met de werkelijkheid overeenkomt |
|
Experimenteel realisme |
Mate waarin experimentele situatie en procedures de deelnemers aangrijpen en hen tot spontaan en natuurlijk gedrag aanzetten |
|
Deceptie |
Verstrekken van valse informatie aan deelnemers over de doelstellingen van het onderzoek |
|
Attributietheorie |
Theorie over proces van het toeschrijven van oorzaken aan gedrag |
|
Persoonsattributie |
Het toeschrijven van een doelpersoon aan de actor zelf en zijn of haar interne eigenschappen |
|
Situationele attributie |
Toeschrijven van het gedrag vsn een doelpersoon aan factoren buiten de actor, hetzij een andere persoon, hetzij de situatie |
|
Stabiele attributies |
Toeschrijven van het gedrag van de doelpersoon aan factoren die enkel nu aanwezig zijn, maar eveneens in de toekomst gelden |
|
Instabiele attributies |
Toeschrijven van het gedrag van een doelpersoon aan factoren die in dit ene geval opgaan, maar op andere momenten wellicht niet geldig zijn |