Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
3 Cards in this Set
- Front
- Back
7.3.2.4 Woordvindingsmoeilijkheden en benoemingsstoornissen
Woorden worden gevormd door klankcombinaties en dit noodzaakt een correcte keuze van de gepaste woorden uit het mentale woordenboek. Iedereen heeft wel eens problemen bij het zoeken naar het correcte woord (vooral bij vermoeidheid : het tip-of-the-tongue effect), en woordvindingsmoeilijkheden of benoemingsproblemen zijn een frequent symptoom na hersenbeschadiging (bijvoorbeeld na her entrau ma of bij dementie).
Woord vindingsmoeilijkheden - ook wel anomie genoemd - dient als symptoom te worden onderscheiden van |
het syndroom van anomische afasie (zie verder) waarin de deficitaire woordvinding een centrale rol speelt. |
|
Vaak worden woordvindingsmoeilijkheden gecompenseerd door een omschrijving of door een woordkeuze die het gezochte woord zoveel mogelijk benadert.
|
modaliteitsspecifiek zijn (visueel, auditief of tactiel) en kan zich tevens tot bepaalde semantische categorieën beperken (lichaamsdelen, kleuren, letters, cijfers, objecten, handelingen, enzovoort) (Kremin, 1988). |
|
Hoewel verschillende types van woordvindingsmoeilijkheden mogelijks een verschillende anatomische grondslag weer spiegelen, blijft de lokalisatie van anomie |
onbetrouwbaar en wordt ze in klinisch onderzoek ontraden (Benson, 1993 ; Benson & Geschwind, 1985). |