Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
13 Cards in this Set
- Front
- Back
wat zijn de kenmerken van gladspierweefsel? |
langwerpige spiercellen buisvormige of holle organen geïnnerveerd door autonome zenuwstelsel samentrekking verloopt traag spiercellen raken niet zo snel vermoeid |
|
wat zijn kermerken van dwarsgestreepte spierweefsel? |
geïnnerveerd door animale zenuwstelsel samentrekking verloopt snel skeletspier |
|
wat is de bouw en werking van skeletspieren?
|
omgeven door spierschede die overgaan in pezen; verbinden de spier aan het skelet spier bestaat uit een aantal spierbundels (allemaal omgeven door bindweefsel) spierbundel bestaat uit allemaal spierweefsels |
|
waar eindigt de vertakking van een axon van een bewegingscel? |
motorische eindplaatjes |
|
waardoor wordt een motorische eenheid gevormd? |
voor 1 bewegingscel |
|
wanneer trekt een spier samen? |
wanneer de prikkeldrempel van een spiervezel overschreden is |
|
waaruit bestaan spiervezels? |
spierfibillen |
|
waaruit bestaan spierfibillen? |
mitochodrien en glycogeenkorrels en filamenten (eiwitdraden) |
|
waaruit bestaan filamenten ? |
actine en myosine |
|
wat gebeurt er bij een impuls? |
1. impuls komt via motorische eindplaatje binnen 2. actine en myosinefilementen schuiven in elkaar 3. spiervezel wordt korter |
|
Wat voor bestanddeel hebben de actine en myosinefilamenten nodig om in elkaar te schuiven? |
energie, dat komt vrij bij verbranding van glucose- glucagon wordt omgezet in glucose |
|
wat zijn antagonisten? |
spieren waarvan de samentrekking een tegengesteld effect hebben |
|
wat zijn de voordelen trainen? |
neemt het aantal vezels en fibirillen per vezel toe, prestatie neemt toe en de kans op allerlei ziektes nemen ook af |