Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
29 Cards in this Set
- Front
- Back
orgaanstelsel dat bestaat uit: neusholte, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp en bronchiën, luchtpijptakjes, longblaasjes |
ademhalingsstelsel |
|
hoeveelheid lucht die bij een rustige ademhaling wordt in en uitgeademd |
ademvolume |
|
overgevoeligheid voor een of meer stoffen |
allergie |
|
chronische longziekte |
astma |
|
stof die verbrandt |
Brandstof |
|
chronische ontsteking van de luchtwegen |
COPD |
|
diergroep waarbij de gaswisseling via het celmembraan loopt |
eencelligen |
|
hoeveelheid energie die een persoon per dag nodig heeft |
energiebehoefte |
|
lucht die bij een diepe uitademing extra wordt uitgeademd |
expiratoir reservevolume |
|
steeds meer nodig hebben van een middel om hetzelfde effect te ervaren |
gewenning |
|
allergie voor stuifmeelkorrels |
hooikoorts |
|
stof waarmee je een andere stof kunt aantonen |
indicator |
|
onderdelen van kieuwen waarop kiewplaatjes zitten |
kieuwbogen |
|
onderdeel van (sommige) waterdieren waarmee zuurstof opgenomen kan worden |
kieuwen |
|
eenheid waarmee je energie meet |
kilojoule |
|
dieren waarvan de lichaamstemperatuur afhankelijk is van de omgevingstemperatuur |
koudbloedige dieren |
|
bij de ademhaling beweegt het middenrif omlaag (inademen) en omhoog (uitademen) |
middenrifademhaling (buikademhaling) |
|
stof die maakt dat je verslaafd wordt aan roken |
nicotine |
|
klachten die ontstaan wanneer je stopt met het gebruik van een verslavend middel |
ontwenningsverschijnselen |
|
rook inademen die door een ander is uitgeblazen |
passief roken |
|
bij de ademhaling bewegen de ribben en het borstbeen omhoog (inademen) en omlaag (uitademen) |
ribademhaling (borstademhaling) |
|
openingen waardoor lucht de tracheeën instroomt |
stigma’s |
|
mengsel van gassen en fijne teerdruppeltjes |
tabaksrook |
|
vloeistoffen die in tegengestelde richting stromen, zorgen voor een betere uitwisseling van stoffen en warmte |
tegenstroomprincipe |
|
vertakte buisjes met lucht die overal in het lichaam (van een insect) eindigen |
tracheeën |
|
het omzetten van brandstof en zuurstof in water, koolstofdioxide en energie |
verbranding |
|
stoffen die ontstaan bij verbranding |
verbrandingsproducten |
|
dieren waarvan de lichaamstemperatuur constant is |
warmbloedige dieren |
|
onderdeel van de kieuwen waar opname zuurstof en afgifte van koolstofdioxide plaatsvindt |
kieuwlamellen |