• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/18

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

18 Cards in this Set

  • Front
  • Back

De oceaan

Een enorm grote zee tussen twee werelddelen. Je noemt het ook wel een wereldzee.

Het zeeklimaat

Een klimaat dat onder invloed staat van een oceaan. Een zeeklimaat heeft zachte winters en zachte zomers. Er is het hele jaar kans op neerslag.

De Golfstroom

Een warme zeestroom die vanaf Amerika over de Atlantische Oceaan langs de kust van West-Europa stroomt.

Het klif

Een hoge steile rotswand die recht omhoog uit de zee komt. Een klifkust is een voorbeeld van een afbraakkust.

De afbraakkust

Een kust die langzaam door de zee wordt afgebroken.

De aangroeikust

Een kust die langzaam groter wordt doordat de zee er zand en klei neerlegt.

Nationaal

Iets dat te maken heeft met het hele land; voor het hele land.

Internationaal

Iets dat te maken heeft met verschillende landen; voor of tussen meerdere landen.

De wereldstad

Een heel grote stad met meer dan één miljoen inwoners.

De metro

Een soort tram of trein die meestal door een ondergrondse tunnel rijdt.

Het wegennet

Alle wegen in een gebied.

De file

Een rij auto’s die langzaam rijden of stilstaan doordat het erg druk is op de weg.

De mechanisering

Machines gaan het werk doen dat voorheen door mensen en dieren gedaan werd.

De beroepsbevolking

Het deel van de bevolking dat betaald werk doet of wil doen.

De gastarbeider

Iemand die voor een bepaalde periode naar een ander land komt om daar te werken. In dat land zijn te weinig arbeiders die het werk kunnen doen.

Het achterland

Een gebied dat vanuit een bepaalde haven goederen krijgt aangevoerd. Goederen uit dat gebied worden ook via die haven afgevoerd. Het Ruhrgebied hoort bij ……………. van de haven van Rotterdam.

De chemische industrie

Alle fabrikanten die van bestaande stoffen allerlei nieuwe stoffen en producten maken. Bijvoorbeeld kunststof, verf, medicijnen, make-up, shampoo en voedingsmiddelen.

De werkgelegenheid

Het aantal banen dat beschikbaar is. Als er veel werkgelegenheid is, kunnen mensen die willen werken makkelijk een betaalde baan vinden.