Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
258 Cards in this Set
- Front
- Back
Het centraal zenuwstelsel bestaat uit:
|
Hersenen (encephalon) en ruggenmerg (myelum)
|
|
Het perifeer zenuwstelsel bestaat uit:
|
Hersenzenuwen (nn. craniales, 12p), ruggenmergszenuwen (nn. spinales, 31p), sensibele en autonome ganglia
|
|
Het centraal zenuwstelsel ligt:
|
Binnenin schedel en wervelkolom
|
|
Het perifeer zenuwstelsel ligt:
|
Buiten de schedel en wervelkolom
|
|
Informatie naar CNS toe
|
Afferent (sensibel)
|
|
Somatisch afferent
|
Huid, pijn, temperatuur, spieren (bestaat dit überhaupt?)
|
|
Visceraal afferent
|
Bijv. de blaas
|
|
Informatie van CNS af
|
Efferent (motorisch)
|
|
Somatisch efferent
|
Willekeurig zenuwstelsel als skeletspieren
|
|
Visceraal/autonoom efferent
|
Aansturing maag-darmstelsel of blaaslediging, dus o.a. gladde spieren, klieren, hartspier.
|
|
Onderdelen CNS (uitgebreid)
|
Grote hersenen, diencephalon, mesencephalon, pons + cerebellum, medulla, ruggenmerg
|
|
Waar bestaat de hersenstam uit?
|
Mesencephalon (middenhersenen), pons, medulla
|
|
Waaruit bestaat de grote hersenen?
|
Twee cerebrale hemisferen (telencephalon?)
|
|
Wat zijn de middenhersenen?
|
Mesencephalon
|
|
Waardoor zijn hersenen omgeven?
|
Hersenvliezen ofwel meningen
|
|
Drie hersenvliezen van buiten naar binnen
|
Dura mater, arachnoïdea, pia mater
|
|
Dura mater
|
Buitenste, harde hersenvlies
|
|
Arachnoïdea
|
Vertaald het spinnenwebvlies, middelste vlies
|
|
Pia mater
|
Binnenste hersenvlies, volgt alle contouren van de hersenen
|
|
Arterie die dura mater voorziet van bloed:
|
A. meningea
|
|
Wat kan gebeuren met a.meningea?
|
Ruptuur op plek van slaap ontstaan, zwak plekje wegens oppervlakkigheid. Gevolg is epidurale bloeding.
|
|
Wat is inklemming van de hersenen?
|
Bij epidurale bloeding worden hersenen naar achteren gedrukt, ademhalingscentrum, bloeddrukregeling etc. worden verdrukt.
|
|
Epidurale bloeding
|
Bloeding tussen dura en schedelbot, wit op CT door haemgroepen, inklemming hersenen, ovaalvormig/biconfex met scherpe rand want endostaal blad scheurt los
|
|
Onderdelen dura mater
|
Twee bladen, endostaal (buitenste) en meningeaal, gefuseerd. Enkele ruimten ertussen waarin grote bloedvaten lopen = veneuze sinus. Bloed vanuit hersenen draineert hierin.
|
|
Onderdelen arachnoïdea
|
Ruimte tussen arachnoïdea & pia mater = subarachnoïdale ruimte, hierin = liquor cerebrospinalis. Ook fibreuze strengetjes naar pia.
|
|
Liquor cerebrospinalis
|
Hersenvocht, vormt soort stootkussen rond hersenen
|
|
Wat zijn ankervenen?
|
Oppervlakkige venen die in de sinus draineren
|
|
Wat kan gebeuren bij schuddingtrauma?
|
Venen kunnen precies afbreken onder dura = subdurale bloeding
|
|
Subdurale bloeding
|
Veroorzaakt door ruptuur ankervenen, volgt contouren hersenen. Bij grote onbehandelde ruptuur evt. verdrukking hersenen als epidurale bloeding
|
|
Wat is de gevarenzone?
|
Verbinding sinus cavernosus met oogkasvenen, door gebrek aan kleppen kan bij pulken etc. trombose krijgen mits bloed via deze weg gaat
|
|
In welk weefsel wordt liquor aangemaakt?
|
Plexus choroïdeus, bevindt zich in ruimtes binnen hersenen
|
|
In welke ruimtes wordt liquor aangemaakt?
|
In ruimtes binnen de hersenen genaamd het ventrikelsysteem
|
|
Onderdelen ventrikelsysteem
|
Twee lateraalventrikels, derde ventrikel in diencephalon, smal kanaaltje aquaductus cerebri, vierde ventrikel waarin via foramina het ventrikelsysteem wordt verlaten, doorgang naar subarachnoïdale ruimte
|
|
Twee arteriele systemen hersenen
|
Voorste: a.carotis interna, achterste: a.vertebralis, bloed komt van 4 kanten, beide links en rechts
|
|
Hoe zijn arteriele systemen verbonden?
|
Communicerende bloedvaten, a.communicans posterior en anterior. Zo wordt de cirkel van Willis gevormd.
|
|
Cirkel van Willis
|
Cirkel van de twee verbonden arteriele systemen, voorkomt compleet gebrek aan bloedcirculatie bij bijv. occlusie bloedvat
|
|
Waar liggen hersenarteriën?
|
In de subarachnoïdale ruimte
|
|
Oorzaak bloeding opp. Arteriën
|
Vaak aneurysmen
|
|
Aneurysmen
|
Zitten graag op vertakkingen, uitstulping bloedvat dat kan knappen
|
|
Subarachnoïdale bloeding
|
Vaak veroorzaakt door knappen aneurysma, ofwel oppervlakkige arterie. Op CT-scan is cirkel van Willis te zien.
|
|
Soorten takken arteriële systeem
|
Perforerende en oppervlakkige takken
|
|
Perforerende arteriële takken
|
Gaan naar binnen, vasculeren centrale/middengedeelte
|
|
Oppervlakkige arteriële takken
|
Vasculeren eerst buitenkant (cortex), gaan dan naar binnen toe
|
|
Doorbloeding hersenen (arteriën)
|
a. cerebri anterior, a.media, a.posterior
|
|
a. cerebri anterior
|
Vasculeert voorzijde, eigenlijk soort hanenkam
|
|
a. cerebri media |
Vasculeert bolle convexe zijde |
|
a. posterior
|
Vasculeert achterste en onderste zijde
|
|
Sinus sagittalis superior |
Sinus 1. Mediale vlak Dichtst bij de schedel |
|
Sinus sagittalis inferior |
Sinus 2 Dieper in de hersenen |
|
Sinus rectus |
Sinus 3 Loopt in tentorium cerebelli |
|
Sinus transversus |
Sinus 6 Transversale vlak |
|
Sinus sigmoïdeum |
Sinus 7 S-bocht Komt uit in vena jugularis Zo verlaat O-arm bloed hersenen |
|
Sinus cavernosus |
Sinus 8 Loopt aan weerszijden van sella Turcica Verbinding met aangezichtsvenen Hierdoor gevarenzone |
|
Sella Turcica |
Ookwel Turks zadel Botstructuur waar hypofyse op zit Aan weerszijden loopt sinus cavernosus |
|
Sinus petrosus superior |
Sinus 10 Loopt langs rotsbeen Komt uit sinus sigmoïdeum |
|
Confluens sinuüm |
Nummer 5 Hier komen sinus sagittalis superior en sinus rectus in uit |
|
Foramina van Monro |
Verbinding tussen laterale ventrikels en derde ventrikel |
|
Aquaductus cerebri (van Sylvius) |
Verbinding tussen derde en vierde ventrikel |
|
Foramen van Magendie (median aperture) |
Via dit foramen in het vierde ventrikel stroomt liquor naar subarachnoïdale ruimten (Samen met foramina van Luschka) |
|
Foramina van Luschka (lateral aperture) |
Via deze foramina in het vierde ventrikel stroomt liquor naar subarachnoïdale ruimten (Samen met foramen van Magendie) |
|
Hoe wordt liquor afgevoerd? |
Via uitstulpingen arachnoïdea in veneuze sinussen |
|
Wat is de functie van liquor? |
Een soort stootkussen dat de hersenen beschermt |
|
Wat onststaat door gastrulatie? |
2-bladige kiemschijf --> 3-bladige kiemschijf primitiefstreek |
|
Waar bestaat de 3-bladige kiemschijf uit? |
Ectoderm Mesoderm Endoderm |
|
Wat was ectoderm eerst? |
Epiblast
|
|
Wat was endoderm eerst? |
Hypoblast |
|
Uit welke cellaag ontstaat mesoderm? |
Uit epiblastcellen |
|
Wat is neurulatie? |
Ontwikkeling van ectoderm naar neuroectoderm en uiteindelijk neurale buis |
|
Wat doet de chorda dorsalis? |
Induceert bovenliggende ectoderm zich te ontwikkelen tot neuroectoderm |
|
Wat ontstaat met neurulatie? |
Een grote, platte neurale plaat en uiteindelijk neurale buis |
|
Wat zorgt voor de kromming en fusie van neurale plaat tot neurale buis? |
Paraxiaal mesoderm (naast neurale weefsel) |
|
Beschrijf het proces van neurale buisvorming |
Van platte plaat gaje naar stadium met neurale wallen diefuseren, dan krijg je een neurale buis. Alsdeze fuseert, fuseert het ectoderm over de neurale buis heen. |
|
Tot wat ontwikkelt paraxiaal mesoderm zich? |
Tot somieten |
|
Op welke dag van de ontwikkeling vindt neurulatie plaats? |
Dag 22 |
|
Op welke hoogte wordt de neurale buis gevormd? |
Hoogte eerste 5 somieten, toekomstige halsregio Erboven: hersenen Eronder: ruggenmerg |
|
Op welke dag is de voorzijde neurale buis gesloten? |
Dag 24-25 |
|
Op welke dag is de achterzijde neurale buis gesloten? |
Dag 27-28 |
|
Welke cellen migreren weg wanneer de neurale buis sluit? |
Neurale lijstcellen |
|
Waar zitten neurale lijstcellen bij kromming neurale buis? |
Bovenaan in wallen |
|
Welke structuren vormen neurale lijstcellen (die te maken hebben met zenuwstelsel)? |
Zachte hersenvliezen Cellen in sensibele en autonome ganglia Perifere gliacellen |
|
Tot wat ontwikkelen somieten zich? |
Sclerotomen Dermatomen Myotomen |
|
Sclerotomen |
Vormen wervels. Ventraal = wervellichaam = chorda dorsalis Dorsaal = wervelboog = neurale buis Worden door inducerende stoffen toegetrokken naar chordadorsalis en neurale weefsel. |
|
Dermatomen |
vormen dermis, onderdeel huid innervatie huid kan worden opgedeeld middels dermatomen die door één spinale zenuw worden geïnnerveerd |
|
Myotomen |
Ontwikkelen zich tot spieren Spierbundels ontstaan uit meerdere myotomen Innervatie spieren vanuit meerdere wervels |
|
Spina bifida |
Laag sluitingsdefect, wervelboog is niet goed gevormd Open of gesloten defect |
|
Gesloten defect |
Spina bifida occulta Één wervelboog niet goed Ruggenmerg en wortels blijft op hun plek Plukje haargroei door inductie ectoderm |
|
Open defect |
Spina bifida aperta Meerdere wervelbogen niet goed Vliezen (evt met ruggenmerg/wortels)stulpen naar buiten Meningo(myelo)cele (myelo = ruggenmerg, cele = uitstulping) |
|
Ernstigste open defect |
Neurale buis niet gevormd Myeloschisis Neuraal weefsel ligt open |
|
Waar gaat spina bifida vaak mee gepaard? |
Hydrocephalus |
|
Hydrocephalus |
Waterhoofd, ventrikels houden liquor vast door verzakking cerebellum die foramina ventrikels dichtdrukt. |
|
Anencephalie |
Wanneer sluitingsdefect neurale buis aan de voorzijde bij de hersenen zit, gebrek aan hersenvorming. Voornamelijk grote hersenen aangetast Kan voor 'citroen' en 'banaanvorm' zorgen |
|
Craniale neurale buisdefecten |
- Neurale buis niet gesloten (anencephalie) - Benig defect (meningocele, meningoencephalocele) |
|
Welke drie blaasjes kun je onderscheiden bij eerste ontwikkeling hersenen? |
Prosencephalon Mesencephalon Rhombencephalon |
|
Waar bestaat het prosencephalon uit? |
Telencephalon (cerebrale hemisferen) Diencephalon (in het midden) |
|
Waar bestaat het rhombencephalon uit? |
Metencephalon (voor kromming) Myelencephalon (achter kromming) Kromming = flexura pontis |
|
Wat is het lumen van: Telencephalon Diencephalon Mesencephalon Rhombencephalon Ruggenmerg |
Lateraalventrikel Derde ventrikel Aquaductus cerebri Vierde ventrikel Centrale kanaal |
|
Flexura cranialis |
Eerste kromming vanaf bovenste uiteinde Ter hoogte van mesencephalon |
|
Flexura cervicalis |
Ter hoogte overgang hersenen en ruggenmerg |
|
Flexura pontis |
Overgang mesencephalon en myelencephalon |
|
Holoprosencephalie |
Wanneer slechts één blaasje wordt gevormd uit prosencephalon (incomplete klieving). Beïnvloedt gelaat --> hazenlip, één oog |
|
Cortex |
Buitenste laag grijze stof (neuronen) van cerebrale hemisferen |
|
Corpus striatum |
Grijze stof binnenin hersenen Belangrijk voor motoriek Bestaat uit: - Nucleus caudatus - Globus pallidus - Putamen |
|
Amygdala |
Ook grijze stof aan binnenkant Speelt rol bij emotioneel en motivationeel gedrag |
|
In welke week van de ontwikkeling gaat het telencephalon roteren? |
Week 8 Gaat groeien in C-vorm |
|
In welke week ontstaan eerste sulci en gyri? |
24e tot 26e (Tot 19e helemaal glad) |
|
Waaruit bestaat de cortex? (3 onderdelen) |
Neocortex Archicortex Paleocortex |
|
Neocortex |
Grootste en nieuwste deel cortex Komt pas voor bij amfibiën |
|
Archicortex |
Oudste deel cortex, hippocampus = betrokken bij leren en geheugen |
|
Paleocortex |
Redelijk oud, regeling reuk |
|
Belangrijkste structuren diencephalon |
Thalamus Hypothalamus Epithalamus |
|
Thalamus |
Alle informatie voor de grote hersenen moet hier eerst overschakelen, schakel/integratiecentrum |
|
Hypothalamus |
Onder thalamus Stuurt autonome en endocriene zenuwstelsel aan |
|
Epithalamus |
Ligt op thalamus Bestaat o.a. uit pijnappelklier, belangrijk voor dagnachtritme wegens aanmaak melatonine |
|
Hoe ontwikkelt het oog zich uit het diencephalon? |
Uitstulping lateraal: oogbeker --> retina en oogzenuw (eigenlijk is retina onderdeel van CZS) Lens ontwikkelt zich als instulping ectoderm --> migreert in oogbeker |
|
Wat vormt het diencephalon naast het oog? |
Deel van hypofyse, de neurohypofyse (lobus posterior) Hypofyse speelt belangrijke rol bij endocriene systeem Blauw = adenohypofyse |
|
Waaruit ontwikkelt zich de adenohypofyse? |
Uit blaasje uit dak van primitieve mondholte dat naar boven groeit Blauw = adenohypofyse |
|
Hersenstam |
Mesencephalon, pons, medulla
|
|
Waaruit ontwikkelen zich de pons en cerebellum? |
Uit metencephalon (onderdeel rhombencephalon) Flexura pontis geeft scheiding pons/cerebellum aan, cerebellum ontstaat uit verdikte richel, weefsel daarvóór wordt de pons |
|
Waaruit ontwikkelt zich de medulla? |
Uit myelencephalon (onderdeel rhombencephalon) |
|
Hoe worden cellen aan dorsale zijde neurale buis genoemd? |
Dorsale hoorn |
|
Wat komt binnen naar dorsale hoorn? |
Sensorische input, via nervus spinalis |
|
Hoe worden cellen aan ventrale zijde neurale buis genoemd? |
Ventrale hoorn |
|
Wat loopt in de ventrale hoorn? |
Motorneuronen die voor motorische output zorgen |
|
Hoeveel paar ruggenmerg- en hersenzenuwen heeft de mens? |
31 spinale zenuwen (innervatie romp en ledematen) 12 paar hersenzenuwen (innervatie structuren hoofd/halsgebied, 10 paar ontspringt aan hersenstam) |
|
Hoe liggen motorneuronen ten opzichte van sensorische zenuwen in de pons en medulla? |
Ventraal ten opzichte van dorsaal |
|
Hoe liggen motorneuronen ten opzichte van sensorische zenuwen boven de pons? |
Mediaal (motorisch) ten opzichte van lateraal (sensorisch) |
|
Waarom ligt het sensibele deel lateraal van het motorische deel boven de pons? |
Door de flexura pontis |
|
Geef de volgende structuren aan: |
|
|
Geef aan in de volgende figuur: Cisterna pontis, cisterna basalis, cisterna magnia, cisterna ambiens. |
1 = cisterna magna 2 = cisterna ambiens 3 = cisterna pontis 4 = cisterna basalis |
|
Cisternen |
Subarachnoïdale ruimten tussen strakke pia mater en losse arachnoïd |
|
Waarin verschillen hersencapillairen met andere capillairen in lichaam? |
Hersencapillairen hebben geen vensters zoals normaal, maar tight junctions |
|
Welke stoffen kunnen de BHB passeren? |
Kleine, lipofiele moleculen en glucose. |
|
Wat zijn de belangrijkste spinale zenuwen vanuit het ruggenmerg? |
Dorsale hoorn (sensibel) Ventrale hoorn (motorisch) Radix dorsalis (sensibel) Dorsaal wortelganglion (= spinaal ganglion) Radix ventralis (motorisch) Nervus spinalis (sensibel + motorisch) |
|
Uit welk kiemblad ontwikkelt zich het centrale zenuwstelsel? |
Uit het ectoderm |
|
Welke structuur scheidt inducerende substanties uit die de differentiatie tot neuraal weefsel veroorzaken? |
Het axiaal gelegen mesoderm (chorda dorsalis, nr. 8) |
|
Hoe heten de secundaire hersenblaasjes (5)? |
Telencephalon Diencephalon Mesencephalon Metencephalon Myelencephalon |
|
Hoe groeien de cerebrale hemisferen uit? |
Om meer plaats te krijgen voor neuronen: Eerst groei naar achteren, vervolgens naar beneden en naar voren, in de vorm van een C. Ron de 24e week vindt de eerste ontwikkeling van gyri/sulci plaats. |
|
Welke structuren ontwikkelen zich uit sclerotomen, myotomen en dermatomen? |
Huid, spieren, wervelboog en wervellichamen. |
|
Welke duplicaturen kennen de hersenen (inkepingen)? |
Falx cerebri Falx cerebelli Tentorium cerebelli |
|
Falx cerebri |
Dubbelblad tussen hersenhelften |
|
Falx cerebelli |
Dubbelblad om cerebellum heen |
|
Tentorium cerebelli |
Dubbelblad in achterhoofd tussen grote en kleine hersenen |
|
Cisterna magna |
(1) Caudaal van het cerebellum, liquorpunctie mogelijk door achterhoofdsgat |
|
Cisterna ambiens |
(2)Rostraal van het cerebellum |
|
Cisterna pontis |
(3) Ventraal en lateraal (voor en zijkant) van de pons |
|
Cisterna basalis |
(4) Deze bevatten de vaten van de cirkel van Willis |
|
Ankervenen |
De verbindende venen tussen oppervlakkige venen en veneuze sinussen |
|
Waar liggen veneuze sinussen? |
Intraduraal, tussen endostale en meningeale blad dura mater |
|
Benoem de volgende structuren: |
|
|
Via welke structuren wordt de motoriek indirect beïnvloed? |
-Het cerebellum (uitvoeren bewegingen, vloeiend) -De basale kernen (planning en programmering motorische activiteit) |
|
Op welke 3 hiërarchische niveaus wordt de motoriek direct beïnvloed? |
-Cerebrale cortex - Subcorticale centra - Motorneuronen in ruggenmerg en hersenstam |
|
Wat zijn stereotype reflexen? |
Bewegingen die vanzelf kunnen ontstaan in het ruggenmerg, normaal onder controle van cerebrale cortex |
|
Wat innerveert de ramus dorsalis? |
Achterzijde van het lichaam |
|
Wat innerveert de ramus ventralis? |
Romp en ledematen |
|
Waar komen de radix dorsalis en de radix ventralis samen? |
In de nervus spinalis, deze zenuw is dus gemengd. |
|
Wat sturen ventromediale motorneuronen aan en waar liggen ze? |
Rompspieren (axiale spieren), liggen in de ventrale hoorn |
|
Wat sturen dorsolaterale motorneuronen aan en waar liggen ze? |
Ledemaatspieren, dorsale hoorn. |
|
Wat zijn lokale circuits? |
Motorneuronen die met elkaar verbonden zijn via interneuronen |
|
Waar vindt men lange en waar korte lokale circuits? |
Ventromediale motorneuronen = lang Dorsolaterale motorneuronen = kort |
|
Wat is een myostatische reflex? |
Spierrekkingsreflex Spier rekt uit --> spierspoeltjes geven signaal naar ruggenmerg --> ruggenmerg zorgt voor samentrekking spier Monosynaptische reflex (loopt over één synaps) |
|
Wat is een terugtrekreflex? |
Werkt op meerdere motorneuronen Zorgt bijv. ervoor dat bij terugtrekken ene been het andere been het lichaam ondersteunt Polysynaptische reflex |
|
Hoe worden reflexen door de motorcortex beïnvloed? |
Remmend, via corticospinale banen |
|
Waaruit bestaan de subcorticale motorische centra? |
Vestibulaire kernen Reticulaire formatie Tectum (colliculus superior) Bevat mediale baansystemen en laterale baansystemen |
|
Welke celgroep is betrokken bij subcorticale motorische centra? |
Ventromediale motorneuronen --> innervatie axiale spieren |
|
Vestibulaire kernen |
Evenwichtskernen: zorgen voor reflexmatig behoud van evenwicht via vestibulospinale banen |
|
Reticulaire formatie |
Zorgt voor positie van het lichaam tegen de zwaartekracht in via reticulospinale banen |
|
Tectum (colliculus superior) |
'Dak' van mesencephalon. Zenuwen hiervandaan heten colliculospinale banen, zorgen dat je reflexief kijkt naar binnenkomende visuele/auditieve informatie. |
|
Nucleus ruber |
Ligt in laterale baansysteem subcorticale motorische centra Werkt samen met cerebellum voor vloeiende bewegingen Kan het voor simpele ritmische bewegingen overnemen van cerebellum (vb. kauwgom kauwen)
|
|
Welke motorneuronen zijn betrokken bij het laterale baansystem (nucleus ruber)? |
Dorsolaterale motorneuronen |
|
Wat doen corticospinale banen? |
Ze verbinden de motorneuronen van de cortex met die van het ruggenmerg |
|
Waar kruisen corticospinale banen? |
Ter hoogte van de hersenstam In de piramidekruising |
|
Wat gebeurt er met corticospinalebanen die kruisen? |
Deze lopen via laterale corticospinale banen, sturen contralateraal aan (dorsolaterale celgroep) |
|
Wat gebeurt er met corticospinale banen die niet kruisen? |
Deze lopen via de ventrale corticospinale banen, en sturen beide zijden aan (bilateraal, ventromediale celgroep) |
|
Bij welk type verlamming hoort hyperreflexie? |
Bij centrale verlamming. (Wegens ontbreken van corticale invloed/remming op reflexen) |
|
Wat is beschadigd bij een centrale verlamming? |
Motorische cortex of baansysteem (corticospinaal) |
|
Wat is beschadigd bij een perifere verlamming? |
Motorneuronen of axonen richting spieren |
|
Wat doen corticobulbaire banen? |
Verbinden motorneuronen van de hersenstam met motorneuronen van de cortex |
|
Hoe verlopen corticobulbaire banen? |
Motorische cortex --> bulbus (hersenstam) --> innervatie spieren hoofd/halsgebied. Ze hebben een bilaterale eindiging. |
|
Wordt het hele gezicht bilateraal aangestuurd? |
Nee, alleen de bovenste helft. De onderste helft wordt contralateraal aangestuurd. |
|
Wat is de primaire motorische cortex? |
(1) Het deel van de cortex waar neuronen die motorneuronen van het perifere zenuwstelsel aansturen zich bevinden. |
|
Wat is de premotorische cortex? |
(3) Het deel van de hersenen waar een motorisch programma wordt opgesteld. |
|
Wat is de primaire sensibele cortex? |
(2) Het gebied van de cortex waar sensibele informatie binnenkomt. |
|
Wat doen de limbische gebieden? |
Zorgen ervoor dat er op een bepaalde (instinctieve, emotionele) manier een motorisch antwoord wordt gegeven. |
|
Waaruit bestaat gnostische sensibiliteit? |
Tastzin, vibratiezin, propriocepsis |
|
Waaruit bestaat vitale sensibiliteit? |
Pijnzin, temperatuurzin, aanrakingszin |
|
Via welke banen loopt gnostische sensibiliteit? |
Via achterstrengen (funiculus dorsalis) |
|
Via welke banen loopt vitale sensibiliteit? |
Via de tractus spinothalamicus |
|
Hoe wordt het gnostische sensibiliteitssysteem ook wel genoemd en waarom? |
Het fdlm-systeem Verloopt via funiculi dorsalis (fd) en lemniscus medialis (lm) |
|
Hoe wordt het vitale sensibiliteitssysteem ook wel genoemd en waarom? |
Het anterolaterale systeem, verloopt relatief anterolateraal. |
|
Hoe verloopt gnostische senisibiliteit? |
Prikkel --> nervus spinalis --> achterstrengen --> kruist op het niveau van de medulla --> tweede-orde neuron (achterstrengkernen) --> lemniscus medialis --> schakelt over in thalamus --> derde-orde neuron --> primaire sensibele cortex
|
|
Hoe verloopt vitale sensibiliteit? |
Prikkel --> nervus spinalis --> tweede-orde neuron(dorsale hoorn) --> kruist op zelfde niveau als spinale zenuw --> tractus spinothalamicus --> schakelt over in thalamus --> derde-orde neuron --> primaire sensibele cortex |
|
Eerste-orde neuronen |
Ontvangt prikkel Cellichaam ligt buiten CZS in sensibel ganglion (Ook wel dorsaal wortelganglion/spinaal ganglion op ruggenmergniveau) |
|
Tweede-orde neuronen |
Liggen in ruggenmerg/hersenstam Axon kruist naar andere zijde en schakelt over op derde-orde neuron |
|
Derde-orde neuronen |
Gelegen in de thalamus Projecteert op de cortex |
|
Via welke zenuwen komt sensibele informatie binnen van romp, hals, ledematen? |
Via spinale zenuwen |
|
Via welke zenuwen komt sensibele informatie binnen van het hoofdgebied |
Via de n. trigeminus (Hersenzenuw n. V) |
|
Wat is het grootste verschil tussen het gnostische en vitale sensibiliteitssysteem? |
Gnostische sensibiliteit: Eerste overschakeling + kruising op hersenstamniveau Vitale sensibiliteit: Eerste overschakeling + kruising op ruggenmergniveau |
|
Wat vindt je bij halfzijdige laesie van het ruggenmerg ipsilateraal en contralateraal? |
Ipsilateraal: Gnostische uitval (nog niet gekruisd) Contralateraal: Vitale uitval (Er heeft al kruising plaatsgevonden) |
|
Uit welke 4 hersenkwabben bestaan de hersenen? |
- Lobus frontalis (frontaalkwab) - Lobus parietalis (pariëtaalkwab) - Lobus temporalis (temporaalkwab) - Lobus occipitalis (occipitaalkwab) |
|
Welke twee kwabben scheidt de sulcus centralis? |
De lobus frontalis en pariëtalis |
|
Wat scheidt de sulcus lateralis? |
De lobus temporalis van de lobus frontalis en pariëtalis (9) |
|
Waar ligt de primaire motorische cortex? |
(1) Net voor de sulcus centralis
|
|
Waar ligt de primaire sensibele cortex? |
(2) Net achter de sulcus centralis |
|
Waar ligt de primaire visuele cortex? |
(3) In de lobus occipitalis |
|
Waar ligt de primaire auditieve cortex? |
(4) In de lobus temporalis |
|
Waar ligt de olfactoire cortex? (reuk) |
(5) In de lobus temporalis |
|
Wat voor type gebieden liggen achter en voor de sulcus centralis? |
Achter: Gebieden die te maken hebben met perceptie Voor: Gebieden die meer te maken hebben met motoriek |
|
Gebied van Broca |
(B) Motorische taalcentrum: woordvinding Ligt voor sulcus centralis |
|
Gebied van Wernicke |
(W) Sensibele taalcentrum: woordbegrip Ligt achter sulcus centralis |
|
Wat houdt somatotopie van de primaire motorische en sensibele cortex in? |
Elk lichaamsdeel heeft een eigen plek van representatie op de cortex. Van boven naar beneden eerst benen, dan romp, dan armen, dan hoofd-halsgebied. |
|
Wat houdt tonotopie in? |
Elke toonhoogte heeft zijn eigen plekje op de (primaire auditieve) cortex |
|
Waarom kruist auditieve informatie deels? |
De informatie wordt zo zowel in de linker- als rechtercortex waargenomen, maar eerder in de cortex aan dezelfde kant van het geluid. Door dit minieme tijdsverschil weten de hersenen van welke kant het geluid komt. |
|
Wat houdt retinotopie in? |
Somatotopie van de visuele cortex, elk stukje van de retina heeft een eigen plaats op de primaire visuele cortex. |
|
Hoe heten de binnenste en buitenste helft van de retina? |
De nasale en temporale retina |
|
Kruist het licht dat binnenkomt op de nasale retina, zoja, waar? |
Ja, in het optisch chiasma |
|
Kruist het licht dat binnenkomt op de temporale retina, zoja, waar? |
Nee. |
|
Wat gebeurt er bij een laesie in het optisch chiasma? |
Je kunt aan beide zijden het temporale gezichtsveld niet meer zien. Dit heet bitemporale hemianopsie. |
|
Wat is een mogelijke oorzaak van een bitemporale hemianopsie? |
Een tumor in de hypofyse |
|
Hoe kan een homonieme hemianopsie veroorzaakt worden? |
Door een corticaal infarct aan de andere kant als ooguitval (E) Uitsparing wordt veroorzaakt door gedeeltelijk afwijkende doorbloeding van a. ? |
|
Via welke twee routes wordt informatie verwerkt in de primaire visuele cortex? |
- De dorsale weg (wáár zie ik) --> pariëtaalkwab - De temporale weg (wát zie ik) --> temporaalkwab |
|
Waardoor kan het neglectsyndroom worden veroorzaakt? |
Door een laesie in de pariëtaalkwab, dan is er iets mis met de dorsale weg |
|
Waar wordt visuele informatie verwerkt? |
In de associatieve cortex, gelegen tussen de primaire gebieden |
|
Met betrekking tot welk gezichtsveld vindt het neglectsyndroom plaats en waarom? |
Het linkergezichtsveld, dit wordt alleen verwerkt door de rechterpariëtaalkwab. Het rechtergezichtsveld wordt verwerkt door beide pariëtaalkwabben. |
|
Wat is visuele agnosie? |
De herkenning van objecten is verstoord, vaak door een laesie in de temporaalkwab |
|
Wat is prosopagnosie? |
Een vorm van visuele agnosie, waarbij een klein gebiedje in de temporaalkwab waar gezichtsherkenning zich bevindt is gestoord. Dit zorgt ervoor dat iemand gezichten niet kan herkennen/onderscheiden. |
|
In welke hemisfeer zitten taalgebieden voornamelijk? |
In de dominante hemisfeer, bij de meeste mensen de linkerhemisfeer |
|
Hoe is de prefrontale cortex onder te verdelen qua anatomie en functie? |
Lateraal prefrontaal(groen): Planning, probleemoplossend vermogen Orbitofrontaal/ventromediaal(geel): Sociaal gedrag, emotionele planning en sturing van gedrag |
|
Waaruit bestaat het limbische systeem? |
Uit de hippocampus, amygdala en olfactoire cortex |
|
In welke twee delen (en hun functies) is het limbisch systeem op te delen? |
Dorsaal cognitief deel (blauw) Ventraal olfactoir en emotioneel deel (groen) |
|
Bij welke functies is het limbisch systeem betrokken? |
Geheugen, leren, motivatie, herinneringen, emoties, seksueel gedrag. |
|
Wat doet de amygdala? |
Beoordeelt sensorische informatie op emotionele waarde voor het individu. Kan autonome/hormonale reacties veroorzaken en het geheugen inkleuren. |
|
Waar ligt de amygdala? |
In de temporaalkwab (geen cortexgebied) |
|
Wat doet de olfactoire cortex? |
Interpreteert reuk, (reuk kan ervoor zorgen dat je juiste partner kan vinden) Amygdala krijgt direct informatie vanuit olfactoire cortex. Vaak hebben we zonder er bewust van te zijn een emotionele respons op informatie die de olfactoire cortex binnenkomt. |
|
Wat is stereoagnosie? |
Het niet op de tast kunnen herkennen van een voorwerp |
|
Wat is apraxie? |
Het onvermogen complexe handelingen uit te voeren (koffie zetten, kleren aantrekken) |
|
Naar welke thalamuskern lopen oogzenuwvezels na het optisch chiasma? |
De nucleus geniculatum laterale |
|
Via welke structuur gaan oogzenuwvezels naar de primaire visuele cortex? |
De radiatio optica |
|
Welke receptoren registreren prikkels van buitenaf? |
Exteroreceptoren |
|
Welke receptoren registreren prikkels van binnenin het lichaam? |
Enteroreceptoren |
|
Welke receptoren registreren de stand van verschillende delen van het lichaam? |
Proprioreceptoren |
|
Wat activeert exteroreceptoren? |
Pijnlijke stimuli, temperatuur, aanraking en druk (huid) |
|
Wat activeert enteroreceptoren? |
Mechanische en chemische stimuli (visceraal) |
|
Wat activeert proprioreceptoren? |
Verandering in spieren(stand) |
|
Welke informatie wordt door ingekapselde receptoren doorgegeven? |
Tast en vibratiezin |
|
Welke informatie wordt door niet-ingekapselde receptoren doorgegeven? |
Temperatuur- en pijninzin, aanraking en druk |
|
Wat is tweepuntsdiscriminatie? |
De kleinste afstand waarbij men nog twee verschillende stimuli kanwaarnemen (op de afstand, bijvoorbeeld prikjes van twee naalden en de afstand daartussen tot dathet één prik wordt). |
|
Waar in het lichaam is de dichtheid van de huidreceptoren het grootst? |
Vingers, mond, tenen |
|
Wat is de adequate prikkel voor het spierspoeltje en wat voor het golgipeeslichaampje? |
Spierspoeltje: Uitrekking van een spier Golgipeeslichaampje: Spanning van een spier |
|
Waar komt een aneurysma bij voorkeer voor? |
Op splitsingsplaatsen (a. communicans anterior, a.cerebri media, a.communicans posterior & a. carotis interna, a. basilaris & a.vertebralis (PICA)) |
|
Wat ontstaat er uit het ectoderm? |
Huid en zenuwstelsel |
|
Wat ontstaat er uit het mesoderm? |
Skelet, spieren en bindweefsel |
|
Wat onststaat er uit het endoderm? |
Spijsverterings-, ademhalings- en urogenitale stelsel |
|
Wat wordt geïnnerveerd door gamma-motorneuronen? |
Contractiele deeltjes van de spierspoeltjes |
|
Wat wordt geïnnerveerd door alfa-motorneuronen? |
Je skeletspieren |
|
Waar ligt de tractus spinothalamicus, wat bevat deze en waar bestaat deze uit? |
Ventrolateraal, ascenderend, bevat vitale sensibiliteit, bestaat uit secondaire neuronen. |
|
Wat zijn tectospinale banen? |
Descenderend, ontspringen in mesencephalon, tectum is het beginpunt. Bemiddelt reflexmatige bewegingen in respons op visuele stimuli. |
|
Wat zijn vestibulospinale banen? |
Dienen ter controle van spiertonus in behoud van anti-zwaartekrachtpostuur van lichaam. |
|
Wat zijn reticulospinale banen? |
Beïnvloeden vrijwillige bewegingen, reflexactiviteit, spiertonus Betrokken bij regulatie ademhaling |