Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
56 Cards in this Set
- Front
- Back
Is de klok de beste visuele tijdsaanduiding? |
Onjuist
|
|
Moeten leerlingen eerst dagelijks tijdbesef hebben voordat historisch tijdsbesef kan worden aangeleerd? |
Nee |
|
Juf Lotte geeft een les met behulp van foto’s uit haar kindertijd. Aan welk tijdsbesef werkt ze bij de leerlingen? |
Historisch tijdsbesef
|
|
Leraar Jan laat de kinderen een kaart zien met een bevolkingsspreiding erop. De leerlingen zoeken dit uit. Aan welke manier van kaartlezen werken ze? |
Voortgezet kaartlezen
|
|
Waar staat de afkorting ASE in het ASE-model voor? |
Attitude, sociale invloeden, effectiviteit
|
|
Waar is het ASE-model op gericht? |
Gedragsbepalende factoren
|
|
Klassikaal lesgeven aan leerlingen heeft geen zin. Is deze stelling juist of onjuist? |
Onjuist
|
|
Als jij wilt weten wat er gebouwd wordt op het veldje achter je, waar moet je dan kijken? |
Bestemmingsplan
|
|
Welke didactiek van ruimte ga je gebruiken? |
Regionale verbeelding
|
|
Vraag over educaties. |
Educaties vormen … Onjuist
Bij educaties … Juist De overheid … Juist In de basisschool … Onjuist |
|
Wat past binnen het programma van voortgezet kaartlezen? |
Gebruik thematische kaarten
Interpreteren van kaartinformatie |
|
Wat is belangrijk bij mentale kaarten? |
Aanvankelijk kaartlezen
Plattegrondsbesef Kaartbegrip |
|
Wat is persoonsgerichte aanpak? |
Leren in waarden beladen … Oefenen vaardigheden … Brengen hun gewoonte … |
|
Geef van de volgende situaties aan of het incidenteel, indirect of gepland is. -Vechtpartij -Media -Brandweerauto -Natuurbezoek -Kerstmarkt |
-Vechtpartij incidenteel -Media geen van de 3 -Brandweerauto indirect -Natuurbezoek indirect -Kerstmarkt gepland |
|
Er gaat een vraag over het Staatsbosbeheer (koeien – Schotse hooglanders). |
Moreel dilemma
|
|
De overheid heeft een plan om overstromingen te voorkomen. Hoe heet dit plan? |
Ruimte voor water
|
|
Vraag over cultureel erfgoed. Welke vallen hieronder? |
Alles is goed
|
|
Een leerkracht gaat het met de kinderen hebben over groeien. Ze laat foto’s zien en beschrijft wat er op elke foto veranderd is. Aan welk tijdsbesef wordt hier gewerkt? |
Historisch tijdsbesef
|
|
Welke begrippen horen bij ruimtelijke oriëntatie? |
abstract, object, benoemen, structuur, lokaliseren en relativeren
|
|
Welke vaardigheden heb je nodig om mental maps te vormen? |
Objectiveren en structureren
|
|
Waar ben je mee bezig als je werkt met Whereness? |
Objectiveren
Lokaliseren Structureren Relateren |
|
Waar ben je mee bezig als je werkt met Whatness? |
Benoemen
Ordenen |
|
Kleuters bouwen op een plattegrond. Gebeurt dit in de fase van verdieping? |
Nee, uitvoering
|
|
Wat nodigen wandplaten uit? |
Kijken naar details
Beeldvorming |
|
Je gaat met je klas naar Nijmegen en gaat het over de Middeleeuwen hebben. Je wilt een goede didactische inleiding. Wat is het meeste geschikt? |
Naar de burcht gaan
|
|
Hebben jonge kinderen vaardigheden voor een speurtocht? |
Ja
|
|
Bij educatie onderwijs ga je persoonsgebonden te werk. Wat hoort daarbij? |
Waardenverhelderingsoefening
|
|
Wat moeten kinderen kunnen voordat je gaat beginnen met kaartlezen? |
Benoemen
Abstraheren Lokaliseren Objectiveren Structureren Relateren |
|
In welke fase ga je aan de slag met loodrecht foto’s (luchtfoto’s /overzichtsfoto’s)? |
Aanvankelijk kaartlezen |
|
Wat voor kaarten gebruik je bij voorbereidend kaartlezen? |
Thematische kaarten
|
|
Wat leer je bij aanvankelijk kaartlezen? |
Stadsplattegrond gebruiken
Schaalbegrip |
|
Kun je beter meteen naar buiten gaan bij het geven van omgevingsonderwijs? |
Nee
|
|
Vraag over thematisch werken. Welke begrippen horen erbij? |
Vakoverstijgend
Betrokkenheid |
|
Een plaatje van kinderen die met elkaar over een concept praten wat voor concept is dit? |
Cartoon concept
|
|
Wat is een primaire bron?
|
Een primaire bron is een bron en dus informatie die direct afkomstig is van personen die te maken hebben met een bepaalde gebeurtenis, persoon of tijdspanne. De informatie komt dus zelf uit de periode waarover wordt gesproken en is niet later samengesteld of uit tweede hand vernomen
|
|
Wat is een secundaire bron? |
Secundaire bronnen zijn gemaakt door mensen die niet direct bij de kwestie betrokken zijn geweest. Deze bronnen zijn vaak in een andere tijd gemaakt. |
|
Wat is een operationele vraag?
|
Operationele vragen geven aan/impliceren wat er gedaan moet worden met het onderzoeksmateriaal om een antwoord te verkrijgen. Operationele vragen nodigen uit om dat met het materiaal te doen, wat een antwoord/ ontdekking oplevert.
|
|
Wat leren kinderen in ontdekhoeken? |
Kinderen leren samenwerken
Kinderen ontdekken zelf Meer keuzevrijheid Meer verantwoordelijkheid |
|
Het technisch proces brengt 3 soorten vaardigheden met zich mee. Welke zijn dit? |
* Ontwerpen (en/of verbeteren)
* Maken (inclusief repareren) * Gebruiken (inclusief onderhouden) |
|
Wat is misconceptie? |
Eigen denkbeeld klopt niet met de werkelijkheid
|
|
Waar leren de kinderen het meeste van? Zet erachter minst, enigszins of meest: Demonstreren Practicum Uitleg/ kring Schooltuin |
Demonstreren enigszins Practicum meest Uitleg/ kring minst Schooltuin meest |
|
Er wordt een vraag gesteld over hoe je een werkblad kunt afstemmen op zwakkere kinderen. Er zijn 3 goede antwoorden (laatste weet ik niet meer) |
-Extra aanvullend informatieblad -Verklaringsvragen weglaten |
|
Hoe stem je je werkblad af op je eigen groep? - |
-Grotere schrijfvakjes (is beter voor de motoriek)
-Mogelijkheid voor tekenen, schrijven of gebruik van tabellen (zodat je kunt werken met niveauverschillen) |
|
Hoe maak je een goede beginsituatie? |
Kijken naar de denkbeelden van je leerlingen
|
|
Hoe beleven kinderen natuur anders dan volwassen? |
- Uitdagende natuur - Gebruiksnatuur |
|
Geef aan welke manieren van informatie verkrijgen primair en secundair zijn. |
Primair: Oudere mensen – park / tuin / kasteel
Secundair: Via kranten / nieuwsbericht – via lesboek / les / methode |
|
Er gaat 1 vraag over verschillende technieken. Welke antwoorden moet je aanvinken? |
Hierbij moet je alle antwoorden aanvinken. BEHALVE ‘een lob maken bij het volleybal’.
|
|
Hoe kun je misconcepten voorkomen? |
-Door kinderen te laten werken met echte spullen
-Denk aan een doordachte lesopbouw -Denk aan zorgvuldig taalgebruik (voorkom begripsverwarring en als ze begrippen verkeerd lijken te gebruiken, vraag dan wat ze precies bedoelen en stimuleer andere kinderen te reageren
|
|
Wat is een conceptcartoon? |
Conceptcartoons zijn bewust eenvoudig gehouden tekeningen over alledaagse situaties waarin kinderen figureren. Deze kinderen doen via tekstballonnen korte, deels tegenstrijdige uitspraken over een bepaald aspect van de werkelijkheid. De kinderen zijn zó afgebeeld dat niets aan hen verraadt welke uitspraken juist zijn.
|
|
Hoe ontstaan concepten? |
Gebrek aan ‘kapstokken’
|
|
Wat is een webschema? |
Een webschema geeft een overzicht van relaties tussen een thema en allerlei subthema’s. In zo’n schema horen niet alleen de inhouden thuis, maar ook de activiteiten. Een webschema maak je in 6 stappen.
|
|
Wat hoort er bij webschema's? |
-Hulpmiddel bij de planning -Overzicht van relaties tussen een thema en allerlei subthema’s -Inhouden en activiteiten weergegeven -Betrokkenheid van kinderen vergroten |
|
Wat hoort bij thematisch onderwijs?
|
-Betrokkenheid eigen omgeving
-Geen vakgrenzen -Interesse leerlingen door onderwerp |
|
Welke technische gebieden zijn er? |
Constructie
Transport Informatie Communicatie Productie |
|
Wat zorgt voor natuurbeleving? |
Alle antwoorden zijn goed |
|
Wat maakt natuuronderwijs aantrekkelijk?
|
Alle antwoorden zijn goed
|