Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
33 Cards in this Set
- Front
- Back
Christendom |
De 2e monotheïstische godsdienst, gesticht door de volgelingen van Jezus Christus. |
|
Consul |
De opperbevelhebbers van het leger en de voorzitter van de senaat. De ... (begrip) waren de leiders in een republiek. Een ... (begrip) mocht 1 jaar aan de macht, na dat jaar werden nieuwe gekozen en de oude ging automatisch naar de senaat. |
|
Consulaat |
De plek van een Consul. |
|
Dictator |
In tijden van nood werd er in de 3e eeuw v. chr. voor een half jaar een ... (begrip) benoemd als bestuurder. Diegene had de hoogste macht en was de leider in een monarchie. |
|
Imperium Romanum |
Het Romeinse Rijk. Soms alleen gebruikt voor de keizertijd (30 v. chr. - 476 n. chr.). |
|
Jodendom |
De 1e monotheïstische godsdienst. Joden leven volgens de afspraken die gemaakt zijn tussen Jahweh (hun god) en de joden (het volk). |
|
Keizer |
Eigenlijk de gewone naam van Augustus, die net als zijn adoptiefvader Caesar (uitspraak: Kaisar) heette. |
|
Monarchie |
1 persoon heeft de macht. Er is ook erfopvolging. Tegenwoordig is diegene met de macht een koning(in). |
|
Monotheïsme |
Het aanbidden van slechts 1 god, geen oppergod maar een enige god. |
|
Polytheïsme |
Het aanbidden van meerdere goden. |
|
Republiek |
In een ... (begrip) was er niet 1 leider maar waren het er meer. Altijd een even aantal. Zo'n leider in een ... (begrip) werd een consul genoemd. |
|
Romanisering |
Het overnemen van (delen van) de cultuur van de Romeinen. |
|
Senator |
In de Romeinse Republiek een raad van 300-900 leden. In de ... (begrip) zaten de rijkste en de machtigste Romeinen. Ze hadden allemaal belangrijke functies gehad in het besturen van het Romeinse Rijk, zoals Consul. |
|
Senaat |
Plek van Senator. Tegenwoordig is dat de 2e kamer. |
|
Volkstribuun |
Ze waren heel belangrijk voor het volk en hadden vetorecht.in 493 v. Chr. waren het er nog maar 2, later werden het er 10. |
|
168 v. chr. |
Er werden toen 150.000 mensen, uit Epirus, als slaaf verkocht. |
|
146 v. chr. |
De Romeinen werden de baas van Griekenland. |
|
64 v. chr. |
Het gebied van Azië tot aan Eufraat wordt Romeins. |
|
52 v. chr. |
Julius Caesar veroverde Gallië. |
|
Van 73-71 v. chr. |
Er ontstond een grote slavenopstand onder Spartacus. |
|
67 v. chr. |
Pompeius maakt de Middellandse Zee vrij van zeerovers |
|
753 v. chr. |
Volgens de legende was de stichting van Rome. |
|
509 v. chr. |
De laatste koning (Koning Tarquinius) werd weggejaagd door het volk, Rome werd toen een republiek. |
|
vanaf 133 v. chr. |
De eeuw van de burgeroorlogen. |
|
44 v. chr. |
Dictator Julius Caesar werd gedood met 23 messteken. |
|
30 v. chr. |
1. 1e Keizer, Augustus, kwam aan de macht. 2. Einde van de Romeinse republiek. |
|
116 n. chr. |
In deze tijd was het Romeins Imperium het grootst. |
|
vanaf 275 n. chr. |
De Romeinse soldaten verlieten onze streken. |
|
30 n. chr. |
Jezus Christus stierf aan het kruis. |
|
69 n. chr. |
De Bataven kwamen, onder leiding van Julius Civilis, in opstand. |
|
212-213 n. chr. |
Keizer Constantijn de Grote staat het christendom toe. |
|
391 n. chr. |
1. Het christendom werd een staatsgodsdienst. 2. Polytheïsme werd verboden. |
|
476 n. chr. |
einde van het West-Romeinse Rijk, begin van de middeleeuwen. |