Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
50 Cards in this Set
- Front
- Back
Wat is transfer?
|
Wat je eerder geleerd hebt heeft invloed op het huidige leren
|
|
Welke 4 vormen van transfer zijn er?
|
- positief
- negatief - algemeen - specifiek |
|
Wat houdt positieve transfer in?
|
Bevorderd het leren
|
|
wat houdt negatieve transfer in?
|
Verslechterd het leren
|
|
Wat houdt algemene transer in?
|
Inhoud lijkt niet op elkaar
|
|
Wat houdt specifieke transfer in?
|
Inhoud lijkt veel op elkaar, dus de nieuwe te leren informatie lijkt op eerder geleerde info
|
|
Voor welke 2 vormen (algemeen vs specifieke transfer) is het meeste bewijs?
|
Specifieke transfer
|
|
Wat zou er te zeggen zijn over algemene transfer?
|
- het traint de hersenen, maar dit is weerlegd, na onderzoek is hier niet veel bewijs voor gevonden
- de context waarin je leert is belangrijk |
|
Wat is low-road transfer
|
automatiche transfer, het is een soort van reflex
|
|
Wat is er te zeggen over de contexten bij low-road transfer
|
Deze lijken op elkaar
|
|
Wat is high-road transfer
|
Hier moet je meer moeite voor doen, je moet de informatie abstract maken om je er bewust van te worden
|
|
Geef een voorbeeld van high-road transfer
|
Het voorbeeld van the general+bestralingsprobleem uit het vignet
|
|
Op welke 2 manieren kan high-road transfer plaatsvinden?
|
- forward
- backward |
|
wat houdt forward high-road transfer in?
|
informatie in de toekomst gebruiken
|
|
Wat houdt backward high-road transfer in?
|
informatie uit het verleden gebruiken
|
|
Wat is een isomorf?
|
zelfde structuur, maar andere oppervlakte kenmerken
|
|
Wat kan er alleen voorkomen bij isomorf problemen
|
High road transfer
|
|
Welke 3 stadia van transfer zijn er?
|
- acquisition fase
- retentie fase - transfer fase |
|
Wat houdt de acquisition fase in?
|
niet alleen instructies krijgen, maar ook het leren toepassen
|
|
Wat houdt de retentie fase in?
|
oefenen met veel feedback
|
|
Wat houdt de transfer fase in?
|
strategie toepassen op het nieuwe probleem
|
|
Welke 7 factoren zijn er besproken die transfer bevorderen?
|
1. betekenis vol leren
2. tijd 3. algemene principes 4. voorbeelden 5. Gelijkenis tussen problemen 6. context gebonden 7. Contextvrij |
|
Welke acronomiem hoort hierbij?
|
-
|
|
Wat is de invloed van betekenisvol leren op betere transfer?
|
een ding goed uitpluizen
|
|
Hoe noem je dit ook wel?
|
less is more principe
|
|
Wat houdt tijd in met betrekking op betere transfer?
|
Hoe meer tijd je erin steekt des te beter de transfer
|
|
Wat moet er nog meer zijn met betrekking op tijd tussen het geleerde en de transfer?
|
er moet zo min mogelijk tijd tussen zitten voor een zo goed mogelijke transfer
|
|
Wat is de invloed van algemene principes op betere transfer?
|
Werkt beter dan het leren van specifieke principes
|
|
Geef een voorbeeld van zo'n algemeen principe
|
Bijvoorbeeld een vuistregel die je voor meerdere dingen kunt gebruiken.
|
|
Wat is de invloed van voorbeelden op betere transfer?
|
Meer voorbeelden leidt tot het toe kunnen passen in meerdere contexten, wat weer beter is
|
|
Wat is de invloed van gelijkenis tussen problemen op betere transfer?
|
Zorgt voor retrieval cues, wat het ophalen van informatie makkelijker maakt
|
|
Wat moet je doen om negatieve transfer te voorkomen, wanneer je gebruik maakt van voorbeelden?
|
verschillen aanduiden
|
|
Wat houdt contextgebonden in bij betere transfer?
|
in een context toepasbaar
|
|
Wat houdt contextrij in bij betere transfer?
|
in meerdere contexten toepasbaar
|
|
op welke 6 manieren kan je transfer verbeteren?
|
1. veel oefenen
2. via analogieen leren 3. mindfullnes 4. expliciete abstractie 5. self-monitoring 6. Analogie |
|
Wat is het acroniem hierbij
|
-
|
|
Welke 3 van de manieren om transfer te verbeteren zijn meta-cognitief?
|
mindefullnes, expliciete abstractie en self-monitoring
|
|
Wat houdt mind-fullness in?
|
bewust bezig zijn met wat je doet
|
|
Waarom moet je analogieen gebruiken?
|
Dit zorgt voor abstractie en daarom voor betere transfer
|
|
Moet je er een gebruiken of meerdere?
|
Meerdere analogieen zorgt voor een beter inzicht in de structuur van problemen
|
|
Wie hebben dit aangetoond
|
Gick & Holyoak
|
|
Wat deden Gick & Holyoak?
|
Legden proefpersonen de analogie met het stralingsprobleem & the general voor
|
|
Hoeveel procent van de proefpersonen kon de analogie oplossen wanneer de 3 verhalen gerelateerd waren
|
51%
|
|
Hoeveel procent van de proefpersonen kon de analogie oplossen wanneer er 2 verhalen gerelateerd waren en eentje ongerelateerd?
|
21%
|
|
Wat stimuleert verder nog transfer?
|
een hint geven
|
|
Om welke 4 redenen is transfer lastig?
|
1. we leren in context
2. maken niet snel high-road transfer 3. zit vaak lange tijd tussen theorie en praktijk 4. Teveel contextgebonden leren |
|
Wat is hierbij een tip?
|
aandacht richten op de onderliggende structuur.
|
|
Wat moet er met andere woorden dus gebeuren?
|
meer high-road transfer, bijvoorbeeld door middel van analogieen
|
|
Wat is situational learning
|
contextgebonden leren
|
|
Welke 4 claims doet Anderson in zijn artikel?
|
-
|