Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
30 Cards in this Set
- Front
- Back
- 3rd side (hint)
|
Wanneer heeft iemand geleerd? |
Als er een relatief stabiele verandering in gedrag of in gedragsdisposities wordt geconstateerd als gevolg van leeractiviteiten en een zekere mate van wendbaarheid |
|
|
|
Transfer |
Het gebruik dat in de ene (leer-)situatie wordt gemaakt van kennis & vaardigheden die in een eerdere situatie zijn verworven. |
|
|
|
Wat is het verschil tussen intentioneel leren en incidenteel leren |
Bij intentioneel leren is het van te voren duidelijk wat de leerresultaten moeten worden en welke verscheidenheid aan leerprestaties geleverd moeten worden. Bij incidenteel leren is het leren een bijproduct van handelen en denken. |
|
|
|
Wat zijn de 4 soorten leren? |
1. Intentioneel onnatuurlijk 2. Intentioneel natuurlijk 3. Incidenteel onnatuurlijk 4. Incidenteel natuurlijk |
|
|
|
Wat is een voorbeeld van intentioneel onnatuurlijk leren?wat |
Hans leert Franse woordjes op school! |
|
|
|
Wat is een voorbeeld van incidenteel onnatuurlijk leren? |
Oliver leert op school dat leren best leuk kan zijn. |
|
|
|
Mega-cognitie |
Kennis & opvattingen die iemand heeft over zijn cognitieve functioneren en over de wijze waarop dit functioneren gestuurd kan worden. |
|
|
|
Mega-cognitieve vaardigheden |
Het sturen van leerprocessen (vb. Oriënteren, planning, bewaking, zelftoetsing, reflectie. |
|
|
|
Wat zijn de 3 voorbeelden van mentale handelingen? |
1. Vergelijken van 2 begrippen 2. Uit het hoofd Optellen van 2 getallen. 3. Een conclusie vormen. |
|
|
|
Goed of fout? Het productsysteem is een koppeling van 1 of meer condities aan een gevolg. Zoals als een geit en een kool alleen bij elkaar zijn, Dan eet de geit de kool op! |
Goed natuurlijk! |
|
|
|
Declaratieve kennis |
Weten dat iets zo is! |
|
|
|
Procedurele kennis |
Kennis gebruiken & uitvoeren. |
|
|
|
Goed of fout? Een voorbeeld van declaratieve kennis is het delen van breuken. |
Fout! Dat is procedurele kennis. |
|
|
|
Wat zijn de 2 type meta- cognitieve kennis? |
1. Meer algemene meta- cognitieve opvattingen 2. Meer specifieke meta-cognitieve kennis |
|
|
|
Wat stelt de onderwijsleertheorie vab Gagne? |
Dat er verschillende soorten van leren zijn en dat voor elk soort verschillende interne en externe condities gelden. |
|
|
|
Externe condities |
Factoren in de omgeving die het leren kunnen beïnvloeden. |
Onderwijsleertheorie |
|
|
Interne condities |
Factoren in de leerling die bepalen of iets geleerd kan worden. |
Onderwijsleertheorie |
|
|
Wat zijn de 5 hoofdtooien van leeruitkomsten/doelstellingen volgens Gagne? |
1. Verbale kennis 2. Intellectuele vaardigheden 3. Cognitieve strategieën 4. Attitudes 5. Motorische vaardigheden. |
|
|
|
Goed of fout!? ‘Ik ben nu boos’ is een voorbeeld van trekwoede |
Fout! Ik ben nu boos is een voorbeeld van toestandwoede. Trekwoede is bij voorbeeld ‘ik ben snel geïrriteerd’ of ‘ik ben vlug driftig’. |
|
|
|
Wanneer hebben mensen stress? |
Als ze denken niet meer in staat te zijn te voldoen aan de eisen die aan hen gesteld worden. |
|
|
|
Sociale controle |
Vaardigheid om de sociale omgeving te interpreteren en die kennis te benutten om persoonlijke en sociale doelen te bereiken. |
|
|
|
Wat zijn de 3 mogelijkheden om nieuwe info aan een ankerpunt te knoppen? |
1. Subordinate subsumption 2. Subordinate learning 3. Combinatonial learning |
|
|
|
Goed of fout!? Bij advance organizers worden vooraf hele algemene & abstracte begrippen geleerd die als kapstokken kunnen functioneren. |
Goed! |
|
|
|
Goed of fout!? Bij advance organizers worden vooraf hele algemene & abstracte begrippen geleerd die als kapstokken kunnen functioneren. |
Goed! |
|
|
|
Wat zijn de 2 soorten advance organizers? |
1. Uitleggende; 2. Vergelijkende |
|
|
|
Wat zijn de 3 voorwaarde voor het optreden van betekenis vol leren? |
1. Receptie (moet worden ontvangen in de cognitieve structuur). 2. Beschikbaarheid (moeten anker ideeën aanwezig zijn om de nieuwe info aan te relateren) 3. Activeren |
|
|
|
Wat zijn 3 manieren waarop een spoor actief kan worden? |
1. Binnen de activiteit van een bepaald sporensysteem. 2. Eerst bepaald subsysteem actief gemaakt en daarna pas het bedoelde spoor 3. Spoort uit een niet actief systeem dringt binnen in het actieve systeem. |
|
|
|
Wat zijn de 3 mogelijkheden om nieuwe info aan een ankerpunt te knopen? |
1. Subordinate subsumption 2. Subordinate learning 3. Combinatoinal learning |
|
|
|
Wat zijn de 5 fase van het stappenplan van de theorie van Gal’perin? |
1. Orientatiefase 2. Uitvoeringafase van materiële handelingen 3. Fase van hardop spreken 4. Fase van voor zichzelf spreken 5. Transformatiefase |
|
|
|
Goed of fout!? Sociale wetenschappen is een goed gestructureerd domein. |
Fout! Dit is een slecht gestructureerd domein omdat het een gebied kenmerkt waar een veelheid aan visies op is en een onduidelijke structuur heeft. |
|
