Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
20 Cards in this Set
- Front
- Back
7.5.2 Taal- en spraakontwikkelingsstoornissen
c o
|
-congenitale en -de ontwikkeljngsdysfasie.
De congenitale dysfasie is het gevolg van perinatale laesies in het thalamocorticale projectiesysteem. Deze neuroradiologisch aantoonbare hersenletsels maken een normale taalontwikkeling onmogelijk (Landau, Goldstein & KJeffner, 1960).
Ontwikkelingsdysfasie verwijst naar problemen in de normale verwerving van spraak en taal. Dit impliceert een vergelijking met een gemiddelde normale ontwikkeling bij leeftijdsgenoten . Het probleem met dit vergelijkingsproces is dat er nogal wat individuele verschillen zijn en dat veel auteurs het over de exacte afbakening en leeftijdsperiodes van de verschillende ontwikkelingsstadia niet bijster eens zijn.
Omwille van de grote individuele verschillen in taalverwerving wordt het gebruik van ontwikkelingsstadia toch verkozen boven het traditionele gebruik van chronologische leeftijd, waarbij een ongeordende taalverwerving veeleer dan een ontijdige taalverwerving naar klinische taalontwikkelingsstoornissen verwijst. |
|
De congenitale dysfasie is het gevolg van |
perinatale laesies in het thalamocorticale projectiesysteem.
Deze neuroradiologisch aantoonbare hersenletsels maken een normale taalontwikkeling onmogelijk (Landau, Goldstein & KJeffner, 1960).
Ontwikkelingsdysfasie verwijst naar problemen in de normale verwerving van spraak en taal. Dit impliceert een vergelijking met een gemiddelde normale ontwikkeling bij leeftijdsgenoten . Het probleem met dit vergelijkingsproces is dat er nogal wat individuele verschillen zijn en dat veel auteurs het over de exacte afbakening en leeftijdsperiodes van de verschillende ontwikkelingsstadia niet bijster eens zijn.
|
|
Ontwikkelingsdysfasie verwijst naar problemen in de |
normale verwerving van spraak en taal.
Dit impliceert een vergelijking met een gemiddelde normale ontwikkeling bij leeftijdsgenoten . Het probleem met dit vergelijkingsproces is dat er nogal wat individuele verschillen zijn en dat veel auteurs het over de exacte afbakening en leeftijdsperiodes van de verschillende ontwikkelingsstadia niet bijster eens zijn.
Omwille van de grote individuele verschillen in taalverwerving wordt het gebruik van ontwikkelingsstadia toch verkozen boven het traditionele gebruik van chronologische leeftijd, waarbij een ongeordende taalverwerving veeleer dan een ontijdige taalverwerving naar klinische taalontwikkelingsstoornissen verwijst. |
|
Dit impliceert een vergelijking met een gemiddelde normale ontwikkeling bij leeftijdsgenoten .
Het probleem met dit vergelijkingsproces is dat |
er nogal wat individuele verschillen zijn en dat veel auteurs het over de exacte afbakening en leeftijdsperiodes van de verschillende ontwikkelingsstadia niet bijster eens zijn.
Omwille van de grote individuele verschillen in taalverwerving wordt het gebruik van ontwikkelingsstadia toch verkozen boven het traditionele gebruik van chronologische leeftijd, waarbij een ongeordende taalverwerving veeleer dan een ontijdige taalverwerving naar klinische taalontwikkelingsstoornissen verwijst. |
|
Omwille van de grote individuele verschillen in taalverwerving wordt het gebruik van ontwikkelingsstadia toch |
verkozen boven het traditionele gebruik van chronologische leeftijd, waarbij een ongeordende taalverwerving veeleer dan een ontijdige taalverwerving naar klinische taalontwikkelingsstoornissen verwijst. |
|
De ontwikkelingsdysfasie staat voor een |
chronisch moeizame taalverwerving zonder dat een stilstand of een achteruitgang van de reeds verworven taalfuncties wordt opgemerkt.
Strikt genomen wordt de ontwikkelingsdysfasie niet verklaard door intellectuele, sensoriële of motorische tekorten, noch door emotionele problemen of taaldeprivatie.
Hoewel algemeen wordt aangenomen dat bij ontwikkelingsdysfa ie geen duidelijke neurologische oorzaak aantoonbaar is (Aram, 1991), wijzen recente studies op fysiolo gische of morfologische hersenafwijkingen en stoomi sen in de cerebrale doorbloeding (Paquier, 1996). |
|
Strikt genomen wordt de ontwikkelingsdysfasie niet verklaard door |
intellectuele, sensoriële of motorische tekorten, noch door emotionele problemen of taaldeprivatie.
Hoewel algemeen wordt aangenomen dat bij ontwikkelingsdysfasie geen duidelijke neurologische oorzaak aantoonbaar is (Aram, 1991), wijzen recente studies op fysiologische of morfologische hersenafwijkingen en stoomi sen in de cerebrale doorbloeding (Paquier, 1996). |
|
Hoewel algemeen wordt aangenomen dat bij ontwikkelingsdysfasie geen duidelijke neurologische oorzaak aantoonbaar is (Aram, 1991), wijzen recente studies op |
fysiologische of morfologische hersenafwijkingen en stoornissen in de cerebrale doorbloeding (Paquier, 1996). |
|
Gezien de taal- en spraakontwikkeling evenwel mede afhankelijk is van spraakorgaan tot algemene intelligentie kunnen vele oorzaken tot spraak- en taalproblemen bijdragen.
Perceptiestoornissen kunnen |
de kwantiteit en kwaliteit van de visuele en auditieve input beperken en de conceptvorming of de associatie tussen een concept en een klankenreeks (semantische ontwikkeling) vertragen . |
|
Gehoorproblemen vestoren (of verhinderen) de essentiële ontwikkeling van het luisteren.
Een slechte auditieve waarneming compromi teert |
een goede imitatie en derhalve ook een correcte uitspraak en grammaticale ontwikkeling.
Wie geen spraak kan registreren, komt niet tot spreken en blijft stom ('doofstom '). |
|
Geheugenproblemen zullen de hoeveelheid prikkels beperken die kunnen worden ver werkt, wat tot een vertraagde taalontwikkeling kan leiden.
Afwijkingen aan de spraakorganen en de spraakmusculatuur veroorzaken problemen met het leren uitspreken van klanken.
De ontwikkeling van de articulatie wordt ook medebepaald door |
de luisteront wikkeling en de motorische ontwikkeling .
|
|
Articulatiestoornissen die het gevolg zijn van dergelijke ontwikkelingsstoornissen , noemt men |
dyslalieën.
|
|
Een trage of gestoorde motorische ontwikkeling beïnvloedt de controle over de complexe spierbewegingen tijdens het spreken.
Een vertraagde motorische ontwikkeling is vaak het gevolg van |
een vertraagde myelinisatie van de zenuwbanen (neurologische rijping) die ook de mate waarin de hersenen de talige informatie kunnen verwerken , kan begrenzen. |
|
De taalont wikkeling ontstaat vanuit de behoefte aan |
contact tussen ouder en kind.
De initiële non-verbale affectieve communicatie vormt de grondslag voor de latere verbale dialoog. Een goede psychische gezondheid met een evenwichtige emotionele component is belangrijk om contact te kunnen maken met de omgeving en tot spreken te komen (cfr. autisme).
Ook de sociale omgeving die voldoende stimulerend moet zijn, is van groot belang voor de spraak- en taalontwikkeling (cfr. wolfskinderen , laag sociaal milieu).
Taal en cognitie gaan hand in hand. Kinderen met een Jager leer- en/of abstractievermogen zullen een tragere taal- en spraakontwikkeling kennen dan kinderen met een normale begaafdheid.
Aangezien taal geleerd moet worden , zullen minderbegaafde kinderen een minder ontwikkeld taalfungeren opbouwen. |
|
De initiële non-verbale affectieve communicatie vormt de grondslag voor de latere verbale dialoog.
Een goede psychische gezondheid met een evenwichtige emotionele component is |
belangrijk om contact te kunnen maken met de omgeving en tot spreken te komen (cfr. autisme).
Ook de sociale omgeving die voldoende stimulerend moet zijn, is van groot belang voor de spraak- en taalontwikkeling (cfr. wolfskinderen , laag sociaal milieu).
Taal en cognitie gaan hand in hand. Kinderen met een Jager leer- en/of abstractievermogen zullen een tragere taal- en spraakontwikkeling kennen dan kinderen met een normale begaafdheid.
Aangezien taal geleerd moet worden , zullen minderbegaafde kinderen een minder ontwikkeld taalfungeren opbouwen. |
|
Ook de sociale omgeving die voldoende stimulerend moet zijn, is van groot belang voor de spraak- en taalontwikkeling (cfr. wolfskinderen , laag sociaal milieu).
Taal en cognitie gaan hand in hand. Kinderen met een lager leer- en/of abstractievermogen zullen |
een tragere taal- en spraakontwikkeling kennen dan kinderen met een normale begaafdheid.
Aangezien taal geleerd moet worden , zullen minderbegaafde kinderen een minder ontwikkeld taalfungeren opbouwen. |
|
Teneinde de oorzaak van het spraak- of taalprobleem te achterhalen is |
een correcte signalering en een multidisciplinaire diagnostiek noodzakelijk (Schutte & Goorhuis Brou wer, 1992). |
|
Ter signalisatie van spraak- en taalstoornissen werden minimumspreek normen voorgesteld zoals |
de Groninger Spreekleidraad
(Goorhuis-Brouwer, 1985) (Figuur 7.11.). |
|
|
(Goorhuis-Brouwer, 1985).
|
|
De multidisciplinaire aanpak bestaat uit |
-een medisch luik (trommelvliezen en gehoor, -spraakorganen, spraakmusculatuur, -neurologische ontwikkeling) en -een psychopedagogisch luik (cognitieve ontwikkeling, -emotionele ontwikkeling, -evaluatie van de taalstimulatie).
Uiteraard vindt er ook een meer formele spraak- en taalevaluatie plaats (taalbegrip, taalproductie en communicatieve ontwikkeling). |