Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
33 Cards in this Set
- Front
- Back
In het skelet bevindt zich beenmerg, het beenmerg produceert |
Rode bloedcellen Witte bloedcellen Bloedplaatjes |
|
Periost (botvlies) |
Het periost bestaat uit 2 lagen: 1. Stratum fibrosum (buitenste bindweefsellaag) 2. Laag van botcellen - osteoblasten (cellen die het bot vernieuwen) - osteoclasten (cellen die het bot afbreken) |
|
Je hebt 2 verschillende bot weefsels |
Compacta Spongiosa |
|
Vezels van sharpy |
Deze vezels verankeren in het botvlies aan het bot |
|
De vezels van de pezen bestaan uit |
Collageenvezels Elastische vezels |
|
Osteonen |
|
|
Ontwikkeling van een osteon |
|
|
De groei en ontwikkeling van het bot |
Primordiaal skelet (hyalien kraakbeen) Primaire botkernen (8e - 12e week) Na de geboorte: - secundaire botkernen - groeischijven (epifysair) - appositioneel groei (breedte groei) (apofysair) |
|
Menselijke ontwikkeling |
1e - 3e week: vroegere ontwikkeling: - Mesoderm: middelste kiemblad ontstaat dat wordt het skelet - Mesenchym: embryonaal bindweefsel - primordiaal skelet: skelet van hyalien bindweefsel 4e - 8e week: embryo 9e - 38e week: foetus - ontstaan van botkernen (osteoblasten) in de diafyse - na de geboorte: ontstaan van secundaire botkernen, deze ontstaan in de epifyse |
|
Ossificatie |
Vorming van botweefsel - perichondrale ossificatie, dit is botweefselweefsel vorming om het bot heen - enchondrale ossificatie, Dit is botweefsel vorming van binnenuit het bot |
|
Osteogenese |
Vorming van individueel bot - condrale osteogenese: indirect, bv romp, extremiteiten en schedelbasis - desmale osteogenese: direct, bepaalde delen van het lichaam verbenen zich meteen |
|
Botontkalking |
Osteopenie: het eerste stadium van botontkalking Osteoporose: tweede stadium van botontkalking - osteoporose treedt vaak vanaf het 35e levensjaar op |
|
3 modellen van je lichaamssamenstelling |
1. Chemisch model. Hoeveel KG bestaat in het lichaam uit een bepaalde stof 2. Anatomische model. Het gewicht van het skelet, spier en bot 3. Tweecomponenten model. Vetmassa en vetvrije massa |
|
Je kan op 5 manieren je lichaamssamenstelling te weten komen |
1. Laboratorium methode 2. Bio-elektrische impedantie 3. DEXA 4. Bodpod 5. Veld methode |
|
Laboratorium methode |
De dichtheid van het lichaam wordt gemeten door middel van hydrostatisch wegen |
|
Bio-elektrische impedantie |
Hierbij kijk je hoeveel weerstand vetvrije massa en vetmassa heeft |
|
DEXA |
Hierbij maak je gebruik van straling. Je bekijkt de hoeveelheid geabsorbeerde straling in het lichaam |
|
Bodpot |
Door middel van luchtverplaatsing kan je ook de dichtheid van het lichaam te weten komen |
|
Veldmethoden |
Hierbij meet je de dikte van het vet in de huidplooi |
|
Je hebt 6 voedingsstoffen |
1. Koolhydraten 2. Vetten (lipiden) 3. Eiwitten (proteïne) 4. Vitamine 5. Mineralen 6. Water |
|
Koolhydraten |
Aanbevolen percentages in voeding is 55 tot 60% Monosaccharide (glucose, fructose) 1 keten Disachariden (maltose, lactose) 2 keten Oligosachariden (raffinose) 3 - 9 keten Polysachariden (glycogeen, zetmeel) 10 keten of meer |
|
Vetten (lipiden) |
Aanbevolen percentages in voeding is minder dan 35% Bij verzadigde vetten is dit minder dan 10% |
|
Eiwitten (proteïne) |
Aanbevolen percentages in voeding is 10 tot 15% |
|
Overgewicht |
Lichaamsgewicht dat het standaard gewicht overtreft BMI van 25-29,9 = overgewicht |
|
Obesitas |
Overmatige hoeveelheid lichaamsvet Mannen >25% Vrouwen >35% BMI van >29,9 = obesitas |
|
BMI |
Verhouding tussen lengte en gewicht <18,5 ondergewicht 18,5 tot 24,9 gezond 25 tot 29,9 overgewicht 30 tot 40 obesitas >40 morbide obesitas |
|
Vetpercentage meten |
Meet de 4 huidplooimetingen bij elkaar op, en kijk in de tabel voor gezonde streefwaardes:
- mannen 17 - 29 jaar: 15% - mannen 30 - 39 jaar: 17,5% - vrouwen 17 - 29 jaar: 25% - vrouwen 30 - 39 jaar: 27,5% |
|
Skeletgewicht meten |
Je moet de 2 polsbreedten bij elkaar optellen en vermenigvuldigen met de twee opgetelde kniebreedten |
|
Middel-heup ratio |
Geeft een goede indicatie in de vetverdeling van het lichaam
Gezonde man <0,95 en vrouw <0,80 Ongezonde man >0,95 en vrouw >0,80 |
|
Osteonen |
Het geheel van kanaal van havers met daaromheen gerangschikte lamellen Er zitten osteocyten met uitlopers tussen die lamellen
Bevind zich in compacta |
|
Osteocyten |
Bestaan uit oude osteoblasten Regulatie van het botweefsel |
|
Volkmann kanaal |
Dwarslopende vaten in het bot |
|
Kanaal van havers |
Bloedvaten die in de nauwe tunneltjes van het compact bot in het beenmatrix liggen |