Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
13 Cards in this Set
- Front
- Back
de tering naar de nering zetten
|
je uitgaven aanpassen aan je inkomsten |
|
in het krijt staan bij iemand
|
schulden hebben |
|
de kost gaat voor de baat uit |
eerst investeren voordat je geld verdient |
|
geld als water |
veel geld |
|
geld over de balk smijten |
roekeloos geld uitgeven |
|
in de portemonnee treffen |
minder te besteden hebben
|
|
kosten noch moeiten zijn gespaard |
al je middelen inzetten (o.a. geld) om iets te bereiken |
|
van de hand in de tand leven
|
verdiende geld meteen uitgeven |
|
geld stinkt niet |
alle manieren om aan geld te komen zijn toegestaan |
|
diep in de schulden gestoken |
geen geld meer hebben / in de min staan
|
|
geld in het laatje brengen |
geld opleveren |
|
de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten |
wie meer heeft, moet ook meer (belasting) betalen
|
|
goed in de slappe was zitten
|
veel geld hebben |