Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
13 Cards in this Set
- Front
- Back
Hoe ontstaat lupus erythematodes globaal? |
- Autoantistoffen tegen DNA, histonen en nucleosomen - in 90% van de gevallen - Type III overgevoeligheidsreactie |
|
Wat is een type III allergie? |
- antigeen-antistofcomplexen ontstaan - welke neerslaan (in bloedbaan of in weefsels) - waarna ze neutrofielen aantrekken en het - complementsysteem activeren, - weefselschade als gevolg |
|
Systemische Lupus Erythematodes Noem mogelijke symptomen |
- Fenomeen van Raynaud - Haarverlies - Vasculitis - Vlinderexantheem - Anemie - Artritis - Nierproblemen - Hypertensie - Hartaandoening - Psychose - Pneumonie |
|
Noem ziekten die een renale vasculitis kunnen veroorzaken |
- Granulomatose met polyAngiitis (Wegener) - anti-GBM-gn (glomerular basement membrane-GlomeruloNephritis) - SLE - Cryoglobulinemie (eiwitten die neerslaan bij kou) - HUS (hemolytisch-uremisch syndroom) |
|
Hoe heet de ontsteking die SLE in de nier veroorzaakt? |
Mesangiocapillaire glomerulonefritis |
|
Noem de classificatie van glomerulonefritis bij SLE (1-6) |
I: minimale afwijkingen, wel deposities in mesangium II: mesangiaal-proliferatieve glomerulonefritis III: focale proliferatieve glomerulonefritis <50% IV: diffuse proliferatieve glomerulonefritis >50% V: membraneuze glomerulopathie VI: chronische sclerosende glomerulonefritis |
|
Welke stadia kunnen met prednison behandeld worden? |
II: mesangiaal proliferatieve glomerulonefritis V: membraneuze glomerulopathie |
|
Voor SLE moeten vier van de 11 classificatie criteria aanwezig zijn (hoeven niet gelijktijdig aanwezig te zijn). Noem de criteria |
- Erytheem van het gelaat - chronische discoïde huidlaesies - zonlichtovergevoeligheid - orale of nasofaryngeale ulcera - artritis - serositis - nierafwijkingen (proteinurie, sediment) - neurologische stoornissen (epilepsie, psychose) - hematologische stoornissen (hemolytische anemie, leukocytopenie, lymfocytopenie, trombocytopenie) - immunologische stoornissen (anti-ds-DNA, anti-SM, LE-celtest) - antinucleaire antistoffen |
|
Wat is de meest voorkomende leukemie in de westerse wereld? |
CLL |
|
Waar staat MGUS voor? |
monoklonale gammopathie met onbekende betekenis |
|
Hoe kan je de prognose van iemand met CLL inschatten? |
Verdubbelingstijd van het aantal lymfocyten in het perifere bloed (LDT). Mediane overleving LDT <1 jaar = 58 maanden LDT >1 jaar = 150 maanden |
|
Wanneer ga je iemand met CLL behandelen? |
- Ziektegerelateerde klachten (moeheid, gewichtsverlies, nachtzweten) - Symptomen (lymfadenopathie, organomegalie, toenemend beenmergfalen) |
|
Hodgekin lymfoom Stadiëring (3) |
- PET-diagnostische CT-scan hals, thorax, abdomen - Ann-Arbor-stadiëring - Lugano-criteria |